VI
TER HERINNERING.
Langs dien weg zal het ten allen tijde kunnen blijken, welke
gevoelens de ingezetenen van Breda in 1903 bezielden jegens de
beroemde koninklijke 1 andsinstelling in ons midden en welk een
band van wederkeerige waardeering er bestond tusschen die in
stelling en de burgerij van Breda.
Deze laatste, het belangrijke tijdfeest begroetende met onver
deelde sympathie en innige vreugde, schonk, met koninklijke ver
gunning, aan de jubileerende instelling, ten behoeve van het
cadettencorps, een vaandel, dat door dit korps mocht gevoerd
worden.
'tWas een oogenblik van verheffend gevoel, toen dit vaandel,
den toekomstigen officieren tot zinnebeeldig teeken van éénheid
in liefde voor Koningin en vaderland, van éénheid in bestemming
en kameraadschappelijke trouw, op de meest plechtige wijze
door den burgemeester werd uitgereikt.
En heinde en verre verkondigde de Bredasche groote toren,,
electrisch verlicht tot aan den top, dat Breda was in feestvreug
de, welke niet weinig verhoogd werd door de vereerende aanwe
zigheid van een vertegenwoordiger van Hare Majesteit onze ge
ëerbiedigde Koningin, van tal van in den lande hooggeplaatste
personen, onder wie Zijne Excellentie de minister van oorlog en
de hoogedelgestrenge heer commissaris der Koningin in Noord-
Brabant, van honderden reünisten en duizenden inwoners van
andere gemeenten.
Op welke wijze er feest gevierd werd1
Als antwoord op die vraag laten wij volgen de proclamatie
door den burgemeester, na afloop van de feesten, aan de ingeze
tenen gericht
,,De feesten, gegeven ter gelegenheid van het 75-jarig
.bestaan der Koninklijke Militaire Academie, behooren
„weder tot het verleden.
„Inderdaad zijn die feesten schitterend en luisterrijk
„geweest en hebben zij opnieuw getuigenis afgelegd van
„den goeden geest, die onze gemeente kenmerkt.