75 „Wel is waar is ook een gedeelte van de opbrengst der voor stelling uitgekeerd aan de commissie voor de kindervoeding, „doch dit was, volgens de bepalingen van het reglement, mede gedeeld in de bij het adres overgelegde memorie van toelichting, „niet verplichtend, zoodat het enkel was eene vrijwillige daad, „welke geen wijziging brengt in het karakter der ondensteu „ningskas. „Hoe groot de opbrengst is geweest der voorstelling wordt „niet medegedeeld, maar wel dat de onkosten zijn geweest on geveer f250,eene som, welke in elk geval veel te hoog is, om „de voorstelling te kunnen stempelen als eene, bedoeld in art. 4. letter d, van het besluit tot het heffen va.n belasting op too- „neeilvertooniingen en andere openbare vermakelijkheden. „Wij hebben derhalve de eer U in overweging te geven, afwij- „zend op het adres te beschikken." De meeningen omtrent deze zaak liepen vrij wat uiteen en leidden er toe, dat ons voorstel werd in stemming gebracht, waarvan de uitslag was, dat 8 leden zich er voor en 8 leden zich er tegen verklaarden. Ten gevolge van het staken der stem men, had in uwe zitting van 25 Juli 1903 eene /ie('stemming over bedoeld voorstel plaats, waarvan de uitslag was dat dit werd aangenomen mot 9 tegen 8 stemmen. Voorafgegaan was de mededeeling va.n den voorzitter, dat als nog een toelichtend adres van het verzoekend bestuur was inge komen, alsmede de quaeistie behandeld, of bij eene herstemming de beraadslagingen over het onderwerp zelf mogen heropend wor den. Des voorzitters meening omtrent dit laatste punt was, dat, dewijl in de vorige vergadering niet alle leden tegenwoordig waren, de toen afwezige leden in de gelegenheid moesten gestéld worden, thans hunne meening over die zaak te doen kennen. Overeenstemming van gevoelen kon niet worden verkregen, doch beraadslagingen hadden alsnog plaats ook in verband met het voorbedoeld nader ingekomen toelichtend adres.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 97