77 „De heer hnofd-ingenieur heeft dan ook terecht in zijn „rapport erop gewezen, diat de gemeente Breda en het „Markgebied bij dit ontwerp in slechtere conditie verkeert „dan bij het vorige ontwerp, dat door de gemeente Breda ..met eene bijdrage van f 100.000 werd gesteund. Immer.-, ,al werd bij dit vorige ontwerp niet toegezegd of uitzicht .gegeven om het kanaal voor waterafvoer en waterinla- „ting dienstbaar te maken, de mogelijkheid daarvan was „evenwel niet uitgesloten; terwijl door het nieuwe ontwerp „voor altijd de mogelijkheid wordt benomen, om de ge- meerite Breda van water te voorzien of van overtollig „water te bevrijden, wanneer de belangen van de scheep vaart hiermede niet in strijd zouden komen. „De hoofd-ingenieur voert dan ook terecht aan, dat de „gemeente Breda teleurstelling moet ondervinden, nu in „den zomer van 1902 gebrek aan water op de Mark en in ,,de maanden April en Mei van 1903 overlast van water „zich heeft doen gevoelen. „Bij een nader door uwe commissie ingesteld onderzoek „naar de redenen, die den minister kunnen hebben bewo- „gen om van het eerste ontwerp, af te wijken, is gebleken, „dat door het verplaatsen dier sluis (die in het oorspron- ,kelijk ontwerp bij de rivier de Mark zou worden gelegd) ,meer binnenwaarts van het zijkanaal bij de Abtshoef, „wordt beoogd 1°. eene besparing van kosten en wel ,a. de kosten van eene sluis, en b. de mindere kosten van ont.gr avimg, die eein gevolg zijn van de mogelijkheid om „op het oostelijk deel van het kanaalvak tusechen Onster- hout en de Mark een hooger kanaalpeil aan te nemen; ,,2<\ het verkrijgen van één schutting minder voor de vaart „tusschen Tilburg en de heneden-rivieren. „De besparing echter der kosten schijnt echter niet zon „belangrijk te zijn als aanvankelijk werd vermoed, daar „toich tegenover ééne sluis minder, staat, dat de s'uls tus echen de Mark en Oosterhout, in plaats van eene enkel voudige, eene gekoppelde sluis moet worden en deze sluis, „zoowiel als die nabij Oosterhout, duurder worden, omdat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 99