TER HERINNERING. XIII thans de koninklijke militaire academie. Zijne tweede vrouw was Claude, dochter van Jan van Chalons, prins van Oranje, die hem een eenigen zoon, Reynier, naliet, welke later als erfgenaam van zijn oom Philibert van Chalons het prinsdom Oranje erfde. Na graaf Hendriks dood op 7 October 1538 volgde zijn zoon Reynier Prins van Oranje hem op en werd te Breda gehuldigd op 23 Januari 1539. Nassau-Oranje waren alsnu saamgegroeid. Van Breda dus ook weder de eerste prins van Oranje in de Nederlanden evenals 135 jaren te voren de eerste Nassau. En zoo bleef van de middeleeuwen af tot op den huidigen dag een innig verband bestaan tusschen Breda en het vorstelijk Huis van Oranje-Nassau. Terecht mocht ik gewagen van cene gebeurtenis, wortelend in het eeuwenoude verleden en voortbloeiend in het heden. Immers, zijn ze ons onschatbaar de talrijke weldaden van het huis van Nassau-Oranje ontvangen, hoe gelukkig moeten we ons gevoelen onze dankbaarheid daarover te kunnen uitspreken in de levensscha- duw van onze geëerbiedigde Koninginvan Haar, wier koninklijk Huis zijn oorsprong nam in Breda en in wier doorluchtige persoon de aloude vorstelijke glorie voortbloeit. De trouw van ons, tegenwoordige ingezetenen van stad en lande van Breda, aan Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin, aan Haar Koninklijk huis, aan Harer Majesteits doorluchtigen Gemaal, Prins Hen drik der Nederlanden en Hoogstderzelver eerbiedwaardige Koninklijke Moeder, is dezelfde trouw, welke onze voorvaderen zwoeren en alle eeuwen door behielden, aan Harer Majesteits beroemde voorzaten, van wie zoo velen in praalgraven van hooge kunst in ons midden rusten. De dankbaarheid jegens ons Koningshuis, waarvan de eerste sprank nu vijf eeuwen geleden ontkiemde in ons midden, heeft van geslacht tot geslacht en door alle tijden heen als een onverwelkbare bloem gebloeid in het hart van de ingezetenen der Baronie van Breda. En om van die trouw en die dankbaarheid opnieuw levendige getuigenis af te leggen, huldigende het verleden en het heden, zijn wij thans samengekomen te dezer plaatse en gaan buiten in de met vlaggen versierde straten dankbare jubelkreten op. Gij allen gevoelt met mij de groote beteekenis van dezen dag. Volgende de lange historische lijn, komen ze ons voor den geest de vele vorstelijke personen, die stad en lande van Breda ten zegen zijn geweest. En brengen wij met weemoed aan hunne assche de hulde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 13