XIV TER 'HERINNERING. onzer erkentelijkheid; met vreugde staren wij op de beeltenis onzer geëerde Koningin, die het heden aan het verleden knoopt en den schakel vormt tusschen hetgeen was en nu is. In Haar wordt het merkwaardige feest, dat weldra in een gedenk teeken zal vereeuwigd worden, gekroond. In Haar is onze hoop, in Haar ons vertrouwen. En om van het jubelfeest der vijfhonderdjarige regeering van het Huis van Oranje-Nassau eene blijvende herinnering te behouden, zijn door Breda en de andere gemeenten der Baronie gelden bijeen gebracht, die ons in staat stellen een gedenkteeken op te richten aan den ingang (noordzijde) van het Valkenberg, het aloude lusthof van het vorstelijk huis. Dit gedenkteeken, waarvan de teekening U is aangeboden, zal later onthuld worden. Veroorlooft mij, reeds te voren overtuigd van uwe goedkeuring, aan Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin, de Baronesse van Breda, staande deze plechtige buitengewone vergadering het volgend telegram te zenden Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden. De gemeenteraad van Breda in eene openbare, buitengewone vergadering, met de burgemeesters der gemeenten uit de Baronie van Breda en de commissie uit de ingezetenen, op plechtige wijze her denkende het blijde en grootsche feit, dat het heden vijf honderd jaren geleden is, dat Graaf Engelbrecht van Nassau, de Stamvader van het roemrijke Huis van Oranje-Nassau, en zijne Gemalin Johanna van Polanen Hunnen plechtigen intocht deden binnen de poorte van Breda en door de ingezetenen als Baanderheer en Baandcrvrouwe werden gehuldigd, veroorlooft zich de vrijheid, namens de bevolking der Baronie, met gevoelens van liefde, trouw en verknochtheid Uwe Majesteit eerbie dig hulde te brengen. Uwe Majesteit moge den gemeenteraad vergunnen hieraan toe te voegen, dat de bevolking der Baronie, vervuld van dankbaarheid jegens ons geliefd Koningshuis, een fonds heeft bijeengebracht, om voorbedoeld hopgst merkwaardig feit door een gedenkteeken te ver eeuwigen, welk gedenkteeken bereids ontworpen is cn later onthuld zal worden. De voorzitter van den gemeenteraad, ED. GULJÉ.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 14