135 goed drinkwater te doen verschaffen en aan poelen, in de onmiddel lijke nabijheid van woningen, behoorlijke afwatering op de openbare wateren of riolen te doen geven. Aan alle deze aanschrijvingen werd door ons onmiddellijk gevolg •gegeven en ook steeds werden de gewenschte verbeteringen aange bracht. Ten aanzien van den woningtoestand aan het Nonnenveld, zij medegedeeld, dat aldaar ingrijpende maatregelen moeten worden genomen, waarmede gewacht wordt tot na het in werking treden der nieuwe bouwverordening. III. Onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak. 11. Onbewoonbaarverklaring, ingevolge art. 18, le lid, der woning- wel, met opgave van het aantal onbewoonbaar verklaarde woningen. 12. Onbewoonbaarverklaring, ingevolge art. 18, 2e lid, der woningwet. 13. Toepassing van art. 18, 4c lid, a, b en c der woningwet. 14. Ontruiming en sluiting van onbewoonbaar verklaarde woningen, mei opgave van het aantal gevallen. 15. Toepassing van art. 22 der woningwet. 16. Idem van art. 25 der woningwet. üij besluit van den gemeenteraad van 6 Februari 1904, gezien het betrekkelijke schrijven van de Gezondheidscommissie, werden een 9-tal woningen aan het Achterom onbewoonbaar verklaard. Tijdig werden die woningen ontruimd, na inachtneming der op dit stuk bestaande wettelijke voorschriften. Eveneens werd bij besluit van den gemeenteraad van 8 October 1904, gezien het betrekkelijke schrijven van de Gezondheidscommissie, onbewoonbaar verklaard een woning in eene gang, uitkomende aan de Boschstraat. Omstandigheden maakten het noodzakelijk, den tijd binnen welken die woning zou moeten ontruimd zijn, te bepalen op zes maanden. IV. Onteigening. 17. Onteigening volgens art. 77 der onteigeningswet, onderscheiden naar gelang art. 77, le, 2e, 3e of 4e lid is toegepastmet ver melding of de onteigening geschiedde ten name der gemeente of van vereenigingen, vennootschappen of stichtingenkrachtens raadsbesluit of krachtens koninklijk besluit. Onteigeningen hebben niet plaats gehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 162