157
Ten aanzien van het stedelijk ziekenhuis laten wij alhier volgen
het bij ons ingekomen verslag van de commissie van beheer dier
inrichting over 1904.
VERSLAG van het gemeente=ziekenhuis
over het dienstjaar 1904.
Aan
heeren burgemeester en wethouders der gemeente Breda.
Ingevolge uw verzoek, d.d. 4 Januari 1905, heeft de commissie van
beheer van het gemeente-ziekenhuis te Breda de eer U WelEd.Achtb.
heeren het verslag van bovengenoemde inrichting over 1904 te doen
toekomen.
In het ziekenhuis werden zieken opgenomen, die om verschillende
redenen niet in andere ziekeninrichtingen in deze gemeente konden
worden verpleegd, zoowel behoeftige als andere, voor wie het aan
hen ten koste gelegde werd terugbetaald.
In dato 1 Januari 1904 was in het ziekenhuis eene vrouw; in den
loop van het jaar werden opgenomen twee mannen en acht vrouwen
en overleed van deze een man. Ontslagen werden negen vrouwen,
zoodat einde 1904 nog een man aanwezig was.
Het aantal verpleegdagen bedroeg 282 en is voor de verstrekking
van voedsel aan den concierge uitbetaald de somma van f 149,33'o.
Voor de verpleging van niet armlastige zieken is bij het burgerlijk
armbestuur alhier ontvangen en later aan de gemeente afgedragen
de somma van f 84,66'g.
Wegens krankzinnigheid of eenige afwijking op zenuwgebied
werden opgenomen één man en drie vrouwen wegens dilirium één
man en eene vrouw; wegens zwangerschap twee vrouwen, en wer
den twee personen in de afdeeling voor publieke vrouwen verpleegd.
Van de twee in liet ziekenhuis geboren kinderen werd een terstond
en een na verloop van eenigen tijd in het R. K. Gasthuis opgenomen.
De genees- en verloskundige behandeling der zieken geschiedde
door de gemeente-geneesheeren en vroedvrouwende verpleging
en voeding, alsmede het in orde houden der ziekenzalen enz. onder
toezicht van den directeur, door den concierge en diens vrouw.
In het lijkenhuis werden behoudens den in het ziekenhuis over
leden lijder aan dilirium zes lijken opgenomen, waarvan twee voor
rekening van de gemeente werden begraven.
Gerechtelijke lijkschouwingen hadden niet plaats.
In de barak werden opgenomen een man en eene vrouw, respec
tievelijk lijdend aan pokken en typhus. Op aanvrage van het R. K.