159 de gemeente Breda werd een der benedenzalen van het ziekenhuis ingericht voor laboratorium en als zoodanig in gebruik genomen. De commissie: Ed. Guljé, voorzitter. H. J. H. M. Janzen, secretaris. V. Geneeskundige dienst bij de armen, verpleegd wordende in hunne woningen. Deze dienst is opgedragen aan twee geneesheeren, ieder genietende eene jaarwedde van f 1000,—, alsmede aan twee of meer gemeente vroedvrouwen, genietende vijf gulden voor verloskundigen bijstand aan iedere vrouw, welke, voorzien van een bewijs van het burgerlijk armbestuur, zich daartoe bij haar aanmeldt. De gemeente-geneesheeren zijn de doctoren J. P. Hofman (oostelijke wijk) en P. A. Bossers (westelijke wijk), en de vroedvrouwen mejuffrouwen: A. E. C. den Hartogh, weduwe van G. Brugs, en M. W. Andrea, echtgenoote van W. M. Kooij. Verloskundige bijstand werd verleend aan 190 vrouwen, makende aan kosten ad f 5,- de persoon f 950,-, waarvan mej. Den Hartogh genoot f 835,- en mej. Andrea-Van Kooij f 115,-. In de keuze tusschen dc beide vroedvrouwen zijn de belangheb bende vrouwen geheel vrij. In de gemeente-apotheek, gevestigd in de woning van den ge meente-apotheker, tevens directeur van het stedelijk ziekenhuis, werden in 1904 gereed gemaakt 7626 recepten, tegen 8873 in 1903, waarvan de kosten waren f 1488,79'a, zooals hierna bij hoofdstuk X, Armwezen, afdeeling politiezorg, meer omstandig wordt opgegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 186