166 C. Verontreiniging van de lucht (stank van fabrieken, enz.) Naar aanleiding van een klacht over ondrageüjken stank, komende uit het riool, waarin het vuile water wordt afgevoerd van de fabriek van vleeschwaren van Klep, Karrestraat, werd een onderzoek inge steld. Het bleek, dat het riool werd verstopt door het vet, dat met het spoelwater werd afgevoerd. Eene verandering werd gemaakt, waardoor dit werd voorkomen. D. Begraafplaatsen. Hieromtrent is niets te vermelden. HOOFDSTUK IV. Volkshuisvesting. 1. De bewoners der benedenhuizen aan den Tramsingcl nos. 48, 49 en 50, verzochten een onderzoek hunner woningen op grond, dat deze meermalen in het jaar onder water stonden en eene verzakking te verwachten was. Een onderzoek werd ingesteld. Het bleek, dat het open terrein achter de woningen niet alleen veel lager gelegen was dan de straat vóór de woningen, maar ook veel lager dan het meer daarachter gelegen ook niet watervrij open terrein. Tengevolge daarvan stond het open terrein achter die woningen dikwijls onder water, soms ter diepte van 0,50 a 0,75 M. Het water stroomde dan ook in het op het open terrein zich be vindende schuurtje of waschhok met ingebouwd privaat en in den kelder. Deze deelen der woning waren dan voor de bewoners ge heel onbruikbaar en tengevolge van het verder doordringen van het water ook het overige deel der woning. De woningen bleken gebouwd te zijn op een met losse aarde en puin aangevuld terrein; de muren waren gescheurd en verzakt. Aan burgemeester en wethouders werd van een en ander kennis gegeven met verzoek maatregelen ter verbetering te nemen. Burgemeester en wethouders berichtten den eigenaar F. W. Mermans te Bredadat de door hen aangegeven verbeteringen moesten worden aangebracht binnen eene maand of anders binnen gemeld tijdvak de bewoning moest worden gestaakt. De aangegeven verbeteringen werden aangebracht. 2. De woningen, staande op de perceelen toegankelijk door eene gang aan den Achterom, kadastraal bekend sectie A, nos. 1612, 1613, 1614, 1615, 1616, 1617, 1618 en 1619, eigenaar F. W. Mermans te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 193