172
Een der leden van de commissie was evenwel van meening, dat
de gemeente-keurmeester verkeerd handelde door bij tuberculose niet
steeds het geheele dier af te keuren, daar het niet te constateeren is,
hoever de tuberculose is verspreid.
Naar aanleiding daarvan werden afschriften van des klagers brief
en van het rapport des keurmeesters gezonden aan den hoofdinspec
teur en hem gevraagd, of naar zijne meening in casu al het vleesch
afgekeurd had behooren te worden en welke in het algemeen de
gedragslijn moet zijn bij de keuring van vleesch van tuberculose dieren.
De hoofdinspecteur antwoordde daarop, dat het rapport van den
keurmeester op hem den indruk had gemaakt, dat deze bij de keuring-
goed onderzoekt, en dat hij diens beoordeeling in het algemeen ge
nomen en voor zoover men op de schrifturen kon afgaan juist achtte.
Hij antwoordde verder, dat „vrij wel wordt aangenomen, dat de
gedragslijn bij de keuring van tuberculose dieren de volgende moet
zijn bij locale tuberculose worden alleen het betreffende orgaan en
de regionnaire lymphklieren afgekeurd, het vleesch derhalve goedge
keurd bij algemcene tuberculose wordt in den regel afgekeurd, tenzij
in enkele gevallen sterelisatie wordt toegestaan."
5. Den gemeente-keurmeester werd verzocht er wel op te willen
letten, welk soort van zoogenaamd preserve-meat door de slagers
wordt gebruikt ter voorkoming van spoedig bederf van het vleesch.
G. In 1904 werden geslacht 934 koeien, 1071 vaarzen, 134 ossen,
467 stieren, 998 gemeste kalveren, 22 paarden, 16 schapen, 60 geiten
en 4116 varkens, totaal 7818 stuks.
Ingevoerd werden 22749 K.Q. varkensvleesch, 12829 K.Q. rundvleesch,
2705 K.Q. kalfsvleesch, 510 K.G. paardenvleesch, totaal 38793 K.Q.
Afgekeurd werden
Geslachte dieren6 runderen, 5 paarden, 1 varken, totaal 12 stuks.
Onderdeelen112.
Vleesch302 K.G. rundvleesch, 35 K.G. paardenvleesch, 50 K.G.
varkensvleesch.
Tuberculose kwam 40 maal voor: 21 maal bij koeien, 4 maal bij
vaarzen, 1 maal bij een os, 3 maal bij stieren, 1 maal bij een gemest
kalf, 10 maal bij varkens.
Vier der aangetaste runderen werden geheel afgekeurd en vernietigd.
7. Van de commissie, zetelende te Oosterhout, werd bericht ont
vangen, dat haar van bevoegde zijde was medegedeeld, dat uit
Zevenbergen en omstreken vleesch van aan ziekten gestorven vee des
nachts per as in Breda werd ingevoerd, aldaar verkocht en in den
handel gebracht.