181
Hij, aan wien het woord ontnomen is, kan een beroep doen op de
vergadering.
Art. 14.
De voorzitter deelt ain den aanvang van elke vergadering mede,
wat sinds de laatst gehouden vergadering bij hem voor de commissie
is ingekomen.
Hij doet verder niededeeling van hetgeen door hem en den secre
taris na de sluiting der laatste vergadering is verricht ter uitvoering
van de besluiten der commissie, in zake de dagelijksche leiding der
zaken, of krachtens artikel 16, 2de lid, van dit reglement. (K. B. art. 6,
2de lid, jo. art. 31, 3de lid).
Art. 15.
De voorzitter ontvangt en opent alle aan de commissie gerichte
stukken (K. B. art. 26).
Hij houdt den secretaris voortdurend op de hoogte van de inge
komen stukken en verstrekt hem en den leden der commissie zooveel
mogelijk de gevraagde inlichtingen omtrent de ter vergadering te
behandelen onderwerpen.
Art. 16.
De voorzitter en de secretaris zijn belast met de uitvoering van
de besluiten der commissie en met de dagelijksche leiding der zaken.
Zij teekenen alle stukken, die van de commissie uitgaan. (K. B. art. 25).
Voor zoover zij daartoe door de commissie gemachtigd zijn, kun
nen zij namens de commissie de zaken afdoen, waarvan de behandeling
naar hun oordeel niet tot de eerstvolgende vergadering kan worden
uitgesteld. (K. B. art. 6, 1ste lid, jo. art. 31, 3de lid).
Art. 17.
De secretaris houdt de notulen der vergaderingen.
De notulen worden achtereenvolgens in een register ingeschreven
en, na vaststelling, door den voorzitter en den secretaris, of de per
sonen, die hen vervangen, onderteekend.
De secretaris houdt copie van alle van de commissie uitgaande
stukken.
Art. 18.
De secretaris is verplicht, behalve het register, bedoeld in art. 27
van het Koninklijk besluit van 27 Mei 1902 (Stsbl. no. 77), een re
gister te houden, waarin aanteekening wordt gedaan van de veror-