272
maken van eene der militaire schietbanen op de Galdersche Heide
nabij Breda.
Geschoten werd op afstanden van 100 en 200 meter.
In het afgeloopen jaar zijn gehouden 4 schietoefeningen met scherpe
patronen n°. I en 3 oefeningen met scherpe patronen n°. 7; deze
laatste op eene daartoe aangelegde baan op het terrein der hoogere
burgerschool.
De opkomst der leden, voor zoover zij genoegzaam voorberei
dend schietonderricht hadden genoten om tot de schietoefeningen
te kunnen worden toegelaten, was zeer bevredigend.
Allen doorliepen de oefeningen A1 en A2 en voldeden aan de oefe
ning A3.
De oefeningen hadden plaats onder de persoonlijke leiding van
den reserve-kapitein der infanterie W. J. H. Feber. De dienst in den
waarnemingspost werd verricht door personeel van het 6e regiment
infanterie, door den heer generaal-majoor, bevelhebber in de 111e
militaire afdeeling, op verzoek van het bestuur, ter beschikking
gesteld.
Oefeningen en vorderingen in den wapenhandel.
Behalve de oefeningen in het schieten, hebben over het tijdvak
van 15 September 15 April d. a. v. gedurende 3 uren per week
oefeningen plaats in het exerceeren en de gymnastiek, onder mili
taire instructeurs en onder de leiding van een der commissarissen.
De vorderingen der leden zijn over het algemeen bevredigend.
Verdere mededeelingen.
Onder de leden hadden in den loop van het jaar verscheidene
mutatiën plaats. Van de 9 leden, die het voorbereidend schietonder
richt met vrucht hadden doorloopcn, vertrokken 6 naar elders. De
schietoefeningen met scherpe patronen n°. 1 konden dientengevolge
slechts door 3 leden worden bijgewoond.
Van deze 3 leden werden later nog 2 door den militieraad voor
den militairen dienst ongeschikt bevonden, zoodat zich slechts 1 lid
aanmeldde tot het afleggen van het examen ter verkrijging van het
getuigschrift voor militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefend
heid. Dit lid slaagde.
Breda, 30 Januari 1905.
Het bestuur:
dr. P. HOEKSTRA, voorzitter.
B. W. MONDT, secretaris.