360 Burgeravondschool. Het onderwijzend personeel bestond op 31 December 1904 uit de volgende heeren B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wiskunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen; C. B. Barto, werktuigkundig-ingenieur, leeraar alsvoor; A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde; dr. J. E. Couvée, leeraar in de kennis der natuur; dr. P. G. Tiddens, leeraar in de natuurkunde; dr. W. Reinders, leeraar in de scheikunde; J. M. Acket, leeraar in de Nederlandsche taal; W. H. Tromp en W. W. Plasman, leeraren in de Nederlandsche taal, in het rekenen en in de aardrijkskunde; J. W. Kannemans, leeraar in het werktuigkundig teekenen en in het projectieteekenen; en de tijdelijke leeraren: A. van Herk, leeraar in de Nederlandsche taal, en W. H. Tromp, leeraar in de aardrijkskunde. Nog zijn aan de school verbonden H. Mulder (thans Thiilier), als amanuensis, en C. A. Vos, als concierge. Ten behoeve van het middelbaar onderwijs is over 1904 uitgegeven: a. aan jaarwedden, met inbegrip van de kosten der burgeravonschoolf33906,70l2 b. aan brandstoffen- 169,77 c. aan onderhoud van het schoolgebouw en de school- meubelen- 457,79's d. aan schoolbehoeften- 1035,835 e. aan kosten van het laboratorium - 59,— Totaal f35629,105 De schoolgelden hebben bedragen f 11773,50 terwijl aan rijks-subsidie ontvangen is - - 95C0.— Samen f 21273,50. Bij koninklijk besluit van den 10. Juni 1903, n°. 36, is aan de ge meente Breda nader tot 1 September 1906 vrijstelling verleend van de verplichting tot het oprichten eener burgerdagschool.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 387