No. 616. Gemeenteverslag 1904. Breda, 14 April 1905. Aan den raad der gemeente Breda. Ter voldoening aan art. 182 der gemeentewet, hebben wij de eer U aan te bieden het beredeneerd verslag van den toestand dezer ge meente over 1904. Evenals in vorige jaren zijn de van de verschillende openbare inrichtingen in deze gemeente ontvangen verslagen, zich ook nu weder kenmerkende door zorgvuldige bewerking, opgenomen bij de onderwerpen, waartoe ze betrekking hebben. In den bladwijzer, aan het verslag toegevoegd, worden ze elk af zonderlijk genoemd en aangeduid. Het jaar 1904 bood de stof, verschillende bijzondere gebeurtenissen vooraan in het verslag te vermelden. Door dien sinds 1892 ingeslagen weg te blijven volgen en door in het algemeen in ons jaarverslag van den toestand op elk gebied, dat zich daartoe eigent, een eenigs- zins omstandig overzicht te geven, meenen wij de bron te voeden voor eventueel latere nasporingen met betrekking tot de geschiedenis onzer gemeente in het tegenwoordige tijdperk van haar bestaan. De bedoelde bijzondere gebeurtenissen, naar tijdsorde gerangschikt, zijn de volgende I. Huldeblijk aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder. II. Officieel bezoek van den heer commissaris der Koningin in Noord-Brabant. III. Officieele ontvangst van de Nederlandsche juristen-vereeniging. IV. Officieele ontvangst van de Nederlandsche maatschappij tot bevordering der geneeskunst. V. Huldiging van den luitenant-generaal J. B. van Heutsz, gou verneur van Atjeh, thans gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 3