371
V. Ambachtsschool.
Stichting van wijlen den heer dr.
L. F. W. van Cooth, te Breda, opge
richt in de tweede helft van het jaar
1886.
De eisch eener stelselmatige vorming op elk gebied van maat
schappelijk bedrijf is onafscheidelijk aan onzen tijd verbonden en
rusteloos is ook de ontwikkelingsgang op het gebied der handwerks-
nijverheid, zoodat er noodzaak bestaat meê te gaan voor hem, die
eenmaal wenscht zijn Ievensbestaan te vinden in het uitoefenen van
een ambacht.
Bij de aanschouwing van dezen toestand, springt het groote nut
in 't oog der ambachtsschool, kweekende kennis van en liefde
voor het ambacht door veelzijdig grondig onderricht. En zijn de
vruchten groot, welke zij in haar achttienjarig bestaan reeds heeft
afgeworpen, groot zullen die vruchten blijven, lettende op den
doorgaanden bloei der school en de waardeering, welke zij onder
vindt van belangstellenden en belanghebbenden.
Met ingenomenheid op een en ander wijzende, geldt dit bijzonder
als eene hulde aan den waardigen stichter der school, wiens heldere
blik in de nooden des tijds en wiens liefde voor den werkman zich
belichaamden in eene daad van onbekrompen edelmoedigheideene
edelmoedigheid welke in te schooner licht treedt waar wij er op
mogen wijzen, dat hij niet alleen de ambachtsschool stichtte maar
bovendien twee fondsen vestigde, het eene om jaarlijks tot een
bedrag van f 1495 premiën uit te keeren aan leerlingen der openbare
lagere scholen met inbegrip der ambachtsschool, die uitmunten door
getrouw schoolbezoek, vlijt en gedrag; het andere, om in twaalf
eigen woningen kostelooze huisvesting te verschaffen aan evenveel
oude werklieden.
Inderdaad verdient de nagedachtenis van dr. Van Cooth in hooge
en dankbare eere te worden gehouden.