373 De toestand van de ambachtsschool in 1904 wordt omschreven in het volgend VERSLAG van de commissie voor de ambachtsschool (Legaat dr. Van Cooth) over het jaar 1904. Aan den raad der gemeente Breda. Ingevolge art. 7 der verordening van de ambachtsschool te Breda, opgericht bij testamentaire beschikking van wijlen dr. L. F. W. van Cooth, rust op ons wederom de zeer aangename taak, U een verslag over het afgeloopen jaar aan te bieden. Het is wel niet rijk aan belangrijke gebeurtenissen geweest, maar wij achten ons gelukkig in dit ons 19de jaarverslag den bloei en vooruitgang der aan onze zorgen toevertrouwde inrichting te consta- teeren. Van de commissie. in de samenstelling der commissie kwam dit jaar geene verande ring; slechts valt te vermelden dat ons medelid, de heer J. Lijds- man, die aan de beurt van aftreding was en als lid van uwen raad in ons college zitting heeft, zijn mandaat bij besluit van 24 Decem ber j. 1. door uwen raad hernieuwd zag. Wij drukken den wensch uit, dat den heer Lijdsman nog vele jaren mogen geschonken worden om zooals, tot heden, zijne taak als commissaris met lust en ijver te blijven vervullen. De commissie bestaat uit de heeren: E. H. A. GULJÉ, voorzitter. J. LIJDSMAN, J. A. J. W. VAN HAL, F. W. LOIJENS, W. J. SLECHTRIEM, leden. P. OTTEN, l L. H. NUSSELE1N, J. J. HARTE, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 400