408
tusschen de aflossing der Russische obligatiën bovengenoemd en den
aankoop der Nederlandsche werkelijke schuld.
Mede is onder het sub 2o. genoemde kapitaal begrepen eene som
van f 3000,—, in contanten gelegateerd door wijlen mevrouw Henrietta
Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe van den Hoogedelgestrengen
heer Charles David van Naerssen, welke gelden ingevolge hare uiter
ste wilsbeschikking, bij akte verleden voor den notaris mr. J. A. Vorstman
te Ginneken, zijn ingeschreven in het grootboek der Nederlandsche
werkelijke schuld^
De rente van dit kapitaal moet mede ingevolge bovengenoemde
uiterste wilsbeschikking uitsluitend worden aangewend tot uit-
deeling van brood en brandstoffen aan de armen.
De bij den aankoop dezer inschrijving in het grootboek overge
bleven som van f65,25 is door ons in de Rijkspostspaarbank belegd.
De rente ervan wordt eveneens bestemd tot uitdeeling van brood
en brandstoffen.
Bovendien bezit onze administratie
a. een certificaat Nederlandsche werkelijke schuld groot f 1000,—,
rentende 3 den arme geschonken door den Weledelzeergeleerden
heer dr. A. F. J. IngenHousz, bij gelegenheid van zijn gouden hu
welijksfeest op 14 April 1897, onder voorwaarde de rente te besteden
tot uitdeeling van brandstoffen en voedingsmiddelen.
b. eene obligatie gemeentecrediet groot f 100,—, rentende 3o, den
arme geschonken door den Weledelen heer J. M. Rosman, lid van
ons bestuur, bij gelegenheid van zijn zilveren huwelijksfeest op 28
Juni 1900onder dezelfde voorwaarde als hiervoor bij punt a is vermeld.
e. een 4% pandbrief Zuider Hypotheekbank groot f 1000,—,
in Augustus 1902 door den rentmeester van ons bestuur voor den
arme ontvangen van iemand, die onbekend wenscht te blijven, en
die als voorwaarde stelde de rente aan te wenden als hiervoor bij
punt a is aangegeven.
d. ten laste van Oostenrijk acht stuks N. P. Metalliek, ieder groot
f 100,-.
Van de interesten dezer stukken moet jaarlijks f 18,— worden uit
gekeerd aan den Zeereerwaarden heer pastoor der parochie van
Onze Lieve Vrouw Hemelvaart alhier, zijnde de voorwaarde, waarop
dit kapitaal door wijlen Marynis Oonincx den arme is vermaakt.
e. eene obligatie ten laste der parochie van de H. Barbara te
Breda, groot f£00,—rentende 3W.
Deze obligatie werd in 1889 door tusschenkomst van den toenma-
ligen voorzitter van ons bestuur van een onbekende ontvangen.