426 Lasten. Interesten van opgenomen kapitaal over 1904 f 321,48 Interesten van gestorte borgtochten van beambten - 150, Jaarwedden van de beambten- 2800, Kosten van vuur, enz. - 14,80 Administratiekosten- 164,17t Onderhoudskosten van gebouwen - 99,31^ Kosten gevallen op verkoopingen- 153,80 Betaalde waarborgrechten- 16,87'i> Kosten van brandverzekering- 53,10 Tekorten op gehouden verkoopingen- 196,52 f 3970,06'a In tegenstelling met het vorige jaar, wordt in vorenstaande gewe zen op de mindere beleening tegenover eene grootere lossing. De reden hiervoor moet gezocht worden in de minder beleeningswaarde van de aangeboden goederen, waarbij vele panden als niet beleen- baar worden geweigerd en waardoor de beleende panden eerder tot eene lossing geraken. De verkochte panden geven daarvan een bewijs, daar die, wat het beleende bedrag aangaat, wel verschillen met het voorgaande jaar. Hieruit spruit voort, dat de verliezen ook minder zijn. Ook deze bemerking is noodig, dat het aantal minder beleende panden grootendeels de oorzaak is der uitbreiding van de huizen met recht van wederverkoop. Deze huizen nemen alles aan, zelfs kleeren, die door de bank van leening geweigerd zijn en dan nog tegen een hoogere waarde dan de bank op een goed kleedingstuk geeft. Om de verliezen bij verkoopingen zooveel mogelijk te voorkomen, moet de basis bij de beleening van panden blijven de gemiddelde opbrengst der goederen bij de publieke verkoopingen. De rentestandaard is bij koninklijk besluit voorloopig behouden op twaalf ten honderd voor alle beleende panden. De gemeente heeft aan de bank van leening een crediet verleend van f 25000,—, onder bepaling, dat eventueele winst aan de gemeente zal worden uitgekeerd tot een maximum van 4% van het opgenomen kapitaal. (Zie raadsbesluit van 23 April 1887.) Op 31 December 1904 was opgenomen f 10500,—. De instelling staat onder beheer eener commissie van vijf leden, door den gemeenteraad te benoemen en voorgezeten door den heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 453