439
7. Brief aan den minister van waterstaat, handel en nijverheid,
ter zake van den rijks-telefoondienst.
8. Brief aan burgemeester en wethouders van Breda met advies,
naar aanleiding van het aan dat college gericht verzoek tot opgave
van den te verwachten financieelen invloed op de prijzen van grond
stof en steenkolen voor de fabrieken, bij totstandkoming van het
ontworpen scheepvaartkanaal van de Zuid-Willemsvaart naar den
Amer, met zijtak naar Breda.
9. Brief aan den gemeenteraad van Breda ten geleide en ter
ondersteuning van een schrijven van den heer J. G. Rueb, directeur der
N.V. machinefabriek „Breda", houdende klachten over en verzoekende
verbetering van den veelvuldig lagen waterstand in de rivier de
Mark en den slechten toestand van de Tolbrug te Breda.
10. Brief aan den directeur van het postkantoor te Breda, met
verzoek de eerste bestelling des ochtends, zoo mogelijk, vroegtijdiger
te doen aanvangen.
11. Brief aan den directeur-generaal van de maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen te Utrecht, met verzoek te willen
toestaan
a. aan houders van retour-biljetten Breda-Amsterdam, via Uden-
hout-Utrecht, de terugreis uit Amsterdam te maken per trein 87 via
Gouda-Amsterdam-, en
b. aan houders van kilometerboekjes, dat reizigers op het traject
Amsterdam-Breda, via Gouda-Rotterdam, vice-versa, het kilometer
boekje in eens, voor het geheele traject, kunnen doen afstempelen,
hetzij te Amsterdam of te Breda.
Hoewel de toestand van handel en nijverheid in onze gemeente
niet ongunstig mocht worden genoemd en vele verfraaiingen aan
winkels en magazijnen werden aangebracht, terwijl onderscheidene
nieuwe werden opgericht, steeg de financieele draagkracht van den
winkelstand toch niet.
Mag gewezen worden op een zeer druk personen- en goederen
vervoer op spoor- en tramwegen, dan verlieze men niet uit het oog,
dat hieronder veel transito-vervoer van Breda en omliggende ge
meenten begrepen is.
Ook meent de kamer erop te mogen wijzen, dat veel schade
aan de winkelnering wordt veroorzaakt door bestellingen, vooral
van mode-artikelen, welke aan het buitenland worden gedaan.
De mededeelingen, die ontvangen werden van verschillende fabrie
ken, luiden over het algemeen niet ongunstig.
Niet ten onrechte wordt het vertrouwen uitgesproken, dat de in-
