453
g. dat geen vee in de slachtplaats mag worden gestald en dit in
of nabij de slachtplaats niet langer dan een uur vóór de slachting
mag aanwezig zijn
h. dat de vloer van de slachtplaats met cement moet worden
bepleisterd;
met bepaling, dat de inrichting overeenkomstig deze voorwaarden
moet zijn ingericht binnen eene maand na de dagteekening van dit
besluit.
19 DECEMBER.
Aan een concessionaris, die sinds 27 November 1884 vegunning
had tot oprichting van eene slachterij, werden, na hem gehoord te
hebben, met inachtneming van art 17 der hinderwet, de volgende
nieuwe voorwaarden opgelegd
a. dat de vloer van de slachtplaats met cement moet worden be
pleisterd en zoo ingericht, dat geen bloed of met bloed be
zwangerd spoelwater buiten de slachtplaats kan wegloopen
b. dat de wanden van de slachtplaats ter hoogte van 1 M.
met cement worden bepleisterd
c. dat in het midden van de slachtplaats een waterdichte put moet
worden gemaakt, groot 0,40 ,X 0,40 M. en diep 0,40 M.,
waarin het bloed wordt opgevangen;
met bepaling, dat deze voorzieningen moeten zijn genomen binnen
den tijd van twee maanden na dagteekening van dit besluit, wijl
anders de vergunning zal vervallen.
B. Vervening.
Bestaat in deze gemeente niet.
C. Mijnwezen.
Alsvoor.
D. Jacht en visscherijen.
Jachtvelden bezit de gemeente niet. Enkel is sinds 1894, telkens
voor den tijd van drie jaren, het jachtrecht op eenige hectaren heide
grond, gelegen in de nabijheid van de prise d'eau der waterleiding
te Dorst, onder Oosterhout, onderhands verpacht tegen eene vergoeding
van f5,— per jaar. Pachter is thans de heer J.J. van Mierlo, te Breda.
De pacht echter is in 1904 overgegaan aan den staat der Neder
landen, bij aankoop van den voormelden grond.
De visscherij bepaalt zich tot de Haven en hare vertakkingen, als
mede tot de singelgracht rond de gemeente.