454
Bij de verpachting in 1904 voor den tijd van vijf jaren was de
pachtsom f 101,— per jaar.
III. Handel en Scheepvaart.
A. Binnen Ia ndsche handel.
B. B u itenla ndsche handel.
Mededeelingen hieromtrent zijn vervat in het hiervoor opgenomen
verslag van de kamer van koophandel en fabrieken te Breda.
Ofschoon eene d a g e I ij k s c h e algemeene markt bestaat, zijn, even
als vroeger, de Dinsdagen en de Vrijdagen de marktdagen gebleven.
Doorgaans kenmerkten zich die dagen, evenals vroeger, door vrij wat
vertier.
De boterhal is geopend van 9 uur voor- tot 2-uur namiddag.
Verlotingen met kaarten of met dobbelsteenen zijn op de markt
verboden.
In de waag werden gewogen 4713 schalen boter, met een gezamenlijk
gewicht van 20457 K.G., terwijl buitendien een belangrijk gewicht in
maten boter verkocht werd. Vorig jaar werden gewogen 19966 K.G.
Des Dinsdags en Vrijdags worden, zooals wij reeds in het vorig
hoofdstuk vermeldden, aan de beurs granen op monster verhandeld.
De ter vischmarkt aangevoerde zee- en rivicrvisch bracht in 1904
op f 17218,10 tegen f 15506,— in 1903 en f 16352,20 in 1902.
Het aantal koopen beliep 45590 tegen 44835 in 1903 en 50039 in 1902.
De omzet overtrof derhalve dien in 1903.
De kermis (Pinksterkermis) en de najaarsmarkt (Allerheiligenmarkt)
kenmerkten zich door niets bijzonders, vergeleken met vorige jaren.
Dat zij de houders van inrichtingen voor kermis-vermakelijkheden
blijven aanlokken, blijkt weder uit de opbrengst van ettelijke daarvoor
in het openbaar verpachte staanplaatsen. (Zie hoofdstuk IV, Geld
middelen.)
Hel gebruik der tramlijn op de Groote Markt en in de Veemarkt
straat werd weder tijdens de kermis en najaarsmarkt opgezegd. De
Ginnekentram maakt dan gebruik van de hulplijn in de St. Janstraat,
terwijl de tram naar Prinsenhage slechts eenige meters van haar eind
punt behoeft terug te blijven.
De biggenmarkt, welke zich jaren geleden gevestigd heeft op het
Kasteelplein, geheel buiten bemoeiing van het gemeentebestuur, wordt
