TER HERINNERING.
VII
V.
Huldiging van luitenant-generaal J. B. van Heutsz, gouverneur
van Atjeh, thans gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indië.
Op Vrijdag 8 Juli 1904 werd de gemeenteraad buitengewoon bijeenge
roepen ter bespreking eener te brengen ovatie aan den gevierden luite
nant-generaal J. B. van Heutsz, gouverneur van Atjeh, die, komende uit
Indië, den volgenden dag op zijne doorreis naar Den Haag, alwaar
dien generaal eene zeldzaam luistervolle ontvangst bereid werd,
eenige minuten aan het spoorstation alhier zou vertoeven.
Uitvoering gevende aan het toen genomen besluit, bevond zich de
gemeenteraad op Zaterdag 9 Juli 1904 des voormiddags te ongeveer
U's uur op het perron van het spoorstation, alwaar o.a. ook de
hoogste militaire autoriteiten van koninklijke militaire academie en
garnizoen met verdere officieren, benevens majoor-commandant en
verdere officieren der d.d. schutterij alhier, tegenwoordig waren.
De hooge reiziger werd in eene korte maar kernachtige toespraak,
namens de gemeente Breda, gehuldigd door den heer wethouder
A. P. Scheitus, vervangende den burgemeester, met verlof afwezig)
terwijl aan mevrouw Van Heutsz, namens de Bredasche vrouwen,
als hulde, een bloemruiker werd aangeboden door mevrouw Scheitus.
Twee muziekkorpsen, waaronder dat der d.d. schutterij alhier,
luisterden de korte maar indrukwekkende plechtigheid op.
VI.
Officieele ontvangst van „Breda's Mannenkoor", bij terugkeer in
Breda, na bekroning te Rotterdam.
Door genoemde vereeniging, vroeger meermalen bekroond, was
op 3 Juli 1904, onder directie van den heer J. Ingenhoven, in den
te Rotterdam gehouden zangwedstrijd de eerste prijs behaald in een
der hoogste afdeelingen.
Op Maandag-avond 11 Juli daarna werd Breda's Mannenkoor, dat
op kunstgebied zoo schitterend de eer van Breda had hoog gehouden,
luisterrijk ontvangen door eene reeks van te Breda gevestigde kunst-
vereenigingen, welke eenen onafzienbaren optocht vormden.
Het gemeentebestuur van Breda, deelende in deze welverdiende
huldebetuiging, ontving de bekroonde vereeniging ten gemeentehuize,