64 De rente, krachtens de „Ongevallenwet 1901", op grond van een ongeval in dienst der gemeente, uitgekeerd, wordt geacht deel uit te maken van het pensioen. Het bedrag van het pensioen wordt voor eiken termijn verminderd met het bedrag der rente, waarop de gepensionnecrde over dat tijd vak krachtens de genoemde wet recht heeft Blijkt later, dat over een termijn meer of minder krachtens die wet is uitgekeerd dan volgens het voorgaande lid van het pensioen is afgetrokken, dan wordt dit bij den eerstvolgcnden termijn ver rekend. Art. 6. De betaling geschiedt in het begin van elke maand, bij vooruit betaling. Art. 7. Zij, die gevangenisstraf of hechtenis ondergaan of geplaatst zijn in eene rijkswerkinrichting voor drie maanden of langer, missen ge durende den tijd, dat die straf wordt ondergaan, het genot van het verleende pensioen. Burgemeester en wethouders kunnen, gedurende dien tijd, over het pensioen geheel of gedeeltelijk beschikken ten behoeve van diens gezin. Kosten van verpleging in een gasthuis, een krankzinnigengesticht of eene inrichting van liefdadigheid kunnen van het pensioen door burgemeester en wethouders ten behoeve dier inrichtingen worden ingehouden. Art. 8. Het pensioen bedraagt voor elk jaar 7*- deel van de middelsoni van het bedrag, dat de werkman gedurende de laatste 60 maanden heeft genoten, met dien verstande, dat het nimmer de helft van ge melde middelsom mag te boven gaan. Art. 8a. Onder het g.enotene, bedoeld in artikel 8, wordt verstaan a. voor hen, die een vast weekloon hebben, het bedrag van dit loon; b. voor hen, die per uur betaald worden, het weekloon gerekend op 60 maal het uurloon. Het genot van woning, vuur, licht en water, te zamen of afzon derlijk, wordt als loon aangemerkt en het bedrag daarvan door burgemeester en wethouders bepaald.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1904 | | pagina 91