69
„Overwegende, dat vooral ook met het oog op de hengelaars
„een absoluut verbod, om die glooiingen te betreden, te ver zou
„gaan
„Noodigt burgemeester en wethouders uit, gehoord de com
missie voor het ontwerpen der verordeningen, waartegen straf
„is bedreigd, met inachtneming van dit voorbehoud, voorstellen
„tot wijziging der politie-v er ordening te doen."
Tegen de wijziging van art. 22 der bouwverordening opperde de
heer Rombouts de bedenking, dat, met het oog op de weldra nieuw
vast te stellen verordening op de volkshuisvesting, die wijziging
thans niet meer kon plaats hebben. Verder werd dit punt niet be
sproken en de wijziging goedgekeurd.
Thans kwam in behandeling het door den heer Rombouts gedane
voorstel om art. 31 letter L (politie-verordening) te doen luiden:
„Het is verboden
„L. „Op de trottoirs met kinderwagens anders te rijden dan
„ter rechterzijde van de straat, met kinderwagens stil te staan,
„of mei twee of meer kinderwagens naast elkander te rijden."
De commissie voor de strafverordeningen ontraadde het aannemen
van dit voorstel, met welk advies de raad, na eenige beraadslaging,
zich vereenigde.
In uwe vergadering van 20 Juli 1904 kwamen ter tafel twee brieven
van de gedeputeerde staten dezer provincie, strekkende om het raads
besluit van 18 Juni te voren, met betrekking tot de wijziging van de
artikelen 31 h en 66 der algemeene politie-verordening voor deze
gemeente in te trekken en de wijziging van art. 197 dier verordening
in een nieuw besluit op te nemen, alsook om in te trekken het raads
besluit van 18 Juni te voren met betrekking tot de wijziging van de
verordening regelende de bouwpolitie in deze gemeente.
Beide brieven werden weder gesteld in handen van de commissie
voor de strafverordeningen, doch hadden in 1904 geen verder gevolg.
Van voormelde commissie kwam in uwe vergadering van 17
September ter tafel een schrijven, waarbij zij, naar aanleiding
van de door den raad in zijne vergadering van 18 Juni aange
nomen motie, betrekkelijk het betreden der taluds langs de
singelgrachten, in overweging gaf de verbodsbepalingen in Iittera a
van art. 53 der algemeene politieverordening te wijzigen als volgt