72
18 JUNI.
XXVI. Bij een schrijven van de commissie van toezicht op het middelbaar
dePvierideViassL'0n(^erw^s a"1'er> wel"d U, onder overlegging van eene toelichtende
der hoogere bur memorie van den heer directeur der hoogere burgerschool, in over-
veriichttng evanweSing gegeven op de daarin aangegeven wijze over te gaan tot
de lesuren vanspijtsing van de vierde klasse en tot het benoemen van een leeraar
den directeur.
in de wiskunde, ten einde de taak van den directeur te verlichten.
Dit punt gaf aanleiding tot eenige beraadslaging, waaraan deel
namen de heeren Scheltus, Bloemarts, Rombouts en de voor
zitter, doch welke ten slotte leidde tot goedkeuring van het twee
voudig voorstel.
20 JULI.
XXVII. Door de kamer van koophandel en fabrieken alhier werd in een
waterstand maan ger'cht schrijven verzocht, maatregelen te willen beramen, om
,,de,Tivler ••de aan den veelvuldig lagen waterstand in de rivier „de Mark" en den
Mark" en toe-
stand van de permanent gebrekkigen toestand van de Tolbrug zoo spoedig moge-
Tolbrug. een ejn(je raaken_
Onmiddellijk werd door U eene commissie uit uw midden benoemd,
om ter zake een onderzoek in te stellen en U te dienen van bericht
en raad.
Voormelde commissie kweet zich van hare taak in uwe vergade
ring van den 5. November 1904 en gaf U in overweging:
lo. Zoowel in het belang van de scheepvaart als in het belang
van de volksgezondheid, in overleg met het heemraadschap
van Mark en Dintel, in de rivier „de Mark" eene sluis of stuw
te maken;
2o. ten aanzien der Tolbrug, welke eene rijksbrug is, een schrij
ven te richten aan den minister van waterstaat, handel en
nijverheid, waarin niet alleen op den voortdurenden slechten
toestand van de brug, maar tevens, met het oog op het zeer
drukke verkeer, op het hoogst ondoelmatige van de brug zou
worden gewezen, met verzoek, zoo spoedig mogelijk, door het
maken eener nieuwe brug, aan den onhoudbaren toestand een
einde te maken.
Na eene uitvoerige beraadslaging, waaraan deelnamen de heeren
IngenHousz, Rombouts, Van Dam, Staal, Van Hal, Teychinë,
Van Keppel, Sassen en de voorzitter, meer bepaaldelijk omtrent
punt no. 1, werd ten slotte, op voorstel des voorzitters, beslo
ten, de kwestie aangaande het maken eener stuw, in verband met
het aanhangige wetsvoorstel tot aanleg van het Wilhelminakanaal,
voorloopig te laten rusten, en omtrent de Tolbrug het door de com-