86
„De raad der gemeente Breda;
„Gezien het verzoekschrift van de weduwe Th. Kessels Zoon,
„in beroep komende op het besluit van burgemeester en wethouders
„van 18 September 1905, waarbij hun de vergunning geweigerd is
„voor het verbouwen van eene hovenierderij tot remise met twee
„afzonderlijke bovenwoningen, op grond van art. 61, in verband met
„art. 14, der bouwverordening;
„Gezien het schrijven van de gezondheidscommissie voor de ge-
„meente Breda van 14 October 1905;
„Gelet op art. 61 der bouwverordening;
„besluit:
„aan de weduwe Th. Kessels Zoon te Breda vrijstelling te ver-
„leenen van de voorschriften, bedoeld in art. 14 der bouwverordening,
„mits door hen worden in acht genomen de volgende nadere eischen
a. „dat de vrijstelling enkel geldt voor zoolang het vernieuwde
„gebouw blijft, zooals de overgelegde teekening aangeeft, en
„gebruikt wordt voor het doel, op die teekening aangeduid;
b. „dat dit gebouw nimmer voor stalling worde gebezigd;
c. „dat de bovenwoningen middellijk noch onmiddellijk gemeen
schap hebben met de remise."
Zonder bedenking werd dit ontwerp-besluit goedgekeurd-.
21 OCTOBER.
De ter zijde vermelde aanvrage strekte ten behoeve van den cursus
den bonden1r. voor de hoofdakte.
k. onderwijzers De heer Rombouts wees erop, dat een gelijk verzoek was toege-
Bredaf om'ge-staan aan den bond van Nederlandsche onderwijzers cn stelde, in
bruik van een verband hiermede, voor, het adres te verzenden aan burgemeester
ioitao.1 ©n q© na-
tuurkundige in- en wethouders ter afdoening, na verhoor van de commissie van
ilTwgMséhóoY toezicht op het middelbaar onderwijs.
Dienovereenkomstig werd besloten.
Voormelde commissie had geen bedenking tegen het verzoek, dat
daarop door ons is toegestaan onder dezelfde voorwaarden als
waarop het verlangde lokaal in gebruik werd gegeven aan den bond
van Nederlandsche onderwijzers.
