94 F. Archief en boekerij. I. Oud-archief. Van den heer dr. J. F. Corstens, archivaris dezer gemeente, ont vingen wij het volgend verslag over 1605. Aan den raad der gemeente Breda. Voor de dertiende maal heb ik thans de eer verslag uit te brengen omtrent onze boekerij en omtrent ons archief, aan mijne zorgen toe vertrouwd, en tot mijne vreugde kan ik al aanstonds verklaren, dat het telkens meer en meer blijkt, dat de arbeid gedurende al die jaren aan mijn taak besteedt niet te vergeefs geweest is, doch de vruchten afwerpt die ik er mij van voorstelde te mogen oogsten. De boekerij is in goeden staat, en door velen, die er belang in stellen, wordt er een vruchtbaar gebruik van gemaakt. Nog eens dankbaar eraan herinnerend, dat mij het gevraagde verlof is gegeven en de noodige machtiging is verstrekt, om eenen catalogus samen te stellen en uit te geven, moet ik tot mijn spijt getuigen, dat verschillende omstandigheden oorzaak zijn geworden, dat het begon nen werk nog niet voltooid is. Eerstens vordert eene nauwkeurige samenstelling meer tijd dan ik aanvankelijk mij voorstelde en da-n wachtte mij telkens zoo veel werk, dat het mij onmogelijk was geregeld met het catalogiseeren en het beschrijven voort te gaan. Nasporingen en onderzoekingen vragen veel tijd, en bijna geen week kan er tegenwoordig voorbij gaan, of mij worden vragen gesteld, wier beantwoording mij de uren ontrooft, die ik zoo gaarne aan den catalogus besteed had. Niet te min is mijn arbeid al een eind gevorderd en, komen er naar ik hoop geen verdere beletselen, dan zal ik ook dit werk spoedig tot een goed einde hebben gebracht. Overigens is de verzameling te kost baar en te belangrijk, dan dat er niet de noodige zorg aan zou worden besteed, dat de catalogus zoo zal zijn, als hij moet zijn, wil hij aan het doel beantwoorden. Wat het archief aangaat, werk ik steeds voort overeenkomstig het eens ontworpen plan. Veel reeds heb ik geïnventariseerd, doch nog veel wacht op bewerking. Zoo zijn daar tal van registers met inge komen stukken, van 1552 tot 1786, waarvan ik er reeds vele heb doorgelezen, zoodat de daarvan vervaardigde regesten-lijsten den weg kunnen wijzen in het doolhof, en is die arbeid verricht, dan roepen nog zoo vele andere bundels om ontferming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 117