178
De verpleging en voeding, alsook het in orde houden der zieken
zalen enz. geschiedde onder toezicht van den directeur door den
concierge en diens vrouw.
In het lijkenhuis werden, behoudens den in het ziekenhuis over
leden patiënt, opgenomen vijf lijken, waarvan vier voor rekening
van de gemeente begraven werden.
Gerechtelijke lijkschouwingen hadden niet plaats.
In de barak werden opgenomen vier kinderen lijdend aan roodvonk,
een lijder aan diphteritis, een aan croupe en twee patiënten ver
moedelijk lijdend aan typhus en diphteritis. Van deze opnamen ge
schiedden er vijf op aanvrage van het R. K. gasthuiséén der patiën
ten overleed in de barak.
De voeding en verpleging der zieken in deze afdeeling geschiedde
evenals in vorige jaren door de eerw. zusters van het R. K. gasthuis
met de bekende zorg en toewijding.
De genees- en verbandmiddelen voor de in het ziekenhuis, het
R. K. gasthuis en het diaconessenhuis verpleegde armlastige zieken
werden uit de gemeente-apotheek verstrekt.
Voor aankoop en onderhoud van het materieel, voor onderhoud
van het ziekenhuis enz. is gedurende het jaar 1905 uitgegeven
f 172,06^5voor het waken f61,
De gemeente-geneesheeren waren op de door het gemeentebestuur
vastgestelde dagen en uren aanwezig tot het gratis verrichten van
vaccinatiën en revaccinatiën. Van deze gelegenheid werd een ruim
gebruik gemaakt.
Het geneeskundig onderzoek der publieke vrouwen had geregeld
plaats onder toezicht der politie.
De vergaderingen der commissie van beheer, bestaande uit de
heeren E. H. A. Guljé, F. J. M. Heijlaerts, J. A. J. W. van Hal, W.
G. H. Rombouts en dr. W. J. M. H. du Toy van Hees hadden iedere
maand plaats en werden daarin de belangen van gemeente-ziekenhuis
en gemeente-apotheek besproken.
Den heer J. A. J. W. van Hal werd in de raadsvergadering van 5
September 1905 op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid der
commissie en werd in diens plaats bij raadsbesluit van 23 December
1905 tot lid benoemd de heer J. P. A. J. Rosu.
De heer F. J. M. Heijlaerts, aan de beurt zijnde om af te treden,
werd bij raadsbesluit van 23 December 1905 herbenoemd.
Ten slotte zij nog gemeld, dat, ingevolge uwe welwillende be
schikking op het verzoek daartoe gedaan door den voorzitter der
commissie belast met het afnemen der examens voor apothekers-