189 De commissie was van oordeel, dat zeer ten onrechte deze uit drukkingen waren gebezigd. Aan het bestuur der genoemde afdeeiing van den Volksbond toch had de gezondheidscommissie in haar brief van 7 October 1903, no. 43, niet meer te kennen gegeven dan dit, dat zij een stelselmatig woningonderzoek niet noodig oordeelde ter bevordering van de op richting eener verceniging voor het bouwen van goedkoopc woningen, hetgeen zij bij voorkeur het werk der woningcommissie van bedoelde afdeeiing van den Volksbond meende te zijn. De gezondheidscom missie schreef niet, dat zij ook voor een ander doel een stelselmatig woningonderzoek onnoodig achtte. Zie overigens hierna onder 9. 2. Door burgemeester en wethouders werd advies gevraagd aan gaande een verzoek om vergunning tot het inrichten tot woning van een pakhuis in eene gang tusschen Valkenstraat en Boschstraat. Bij onderzoek bleek, dat van het pakhuis geen woning te maken was, die aan de laagst gestelde eischen voor bewoonbaarheid zoude voldoen, daar de beschikbare ruimte daartoe ontoereikend was. Dit werd aan burgemeester en wethouders medegedeeld, die de gevraagde vergunning weigerden. 3. De commissie onderzocht de woningen aan den Haagdijk n°s. 173, 175, 177 en 179 (Watergang). Het resultaat van het onderzoek deed de commissie besluiten met het aanwijzen dezer woningen aan het gemeentebestuur als woningen, waarbij het aanbrengen van verbeteringen noodzakelijk is, te wachten tot na het in werking treden der verordening ter uitvoering van art. 1 der woningwet. 4. De door gedeputeerde staten van Noord-Brabant gewenschte wijzigingen en aanvullingen der door den gemeenteraad vastgestelde verordening ter uitvoering van art. 1 der woningwet (bouwverorde ning) werden besproken in eene vergadering van de gezondheids commissie met de commissie uit den gemeenteraad, benoemd ten einde de voorschriften van de bestaande verordening regelende de bouwpolitie in overeenstemming te brengen met de woningwet. Gezamenlijk werd door beide commissies aan den gemeenteraad advies uitgebracht. De gemeenteraad besloot geheel overeenkomstig dit advies. De gewijzigde en aangevulde bouwverordening werd door gedeputeerde staten van Noord-Brabant goedgekeurd en afgekondigd op 5 Juli 1905, om op den veertienden dag daarna in werking te treden. 5. Na het in werking treden der bouwverordening onderzocht de commissie de (24) woningen tusschen Oude Vest en Kloosterplein en een vijftigtal woningen aan de Fellenoordstraat (westzijde).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 212