194
Halstraat 36 en 36a,
Halstraat 38,
Van Bergenstraat 11a.
Steeds werd het water voor drinkwater onbruikbaar bevonden. De
woningen zijn thans aan de gemeente-waterleiding aangesloten.
2. In de plaatselijke bladen werd eene waarschuwing geplaatst
tegen het gebruik van mindere soorten van looden buizen met tin
voering voor leidingen tot aanvoer van water.
Daarbij wees de commissie erop, dat bij gebruik van looden buizen
met eene tinvoering, waarvan het tin niet is van groote zuiverheid
en niet eene voldoende dikte heeft, het gevaar voor loodvergiftiging
nog grooter is dan bij gebruik van buizen van enkel lood.
De waarschuwing werd vooral gericht tot hen, die zich belasten
met het aanleggen en het herstellen van leidingen tot aanvoer van
water.
3. Artikel 33 der in dit jaar in werking getreden bouwverordening
bepaalt, dat alle woningen, toegankelijk van een openbaren weg,
waarin zich buizen van de gemeentelijke waterleiding bevinden, aan
deze waterleiding aangesloten moeten zijn, en dat in alle andere
woningen eene afzonderlijke pomp moet aanwezig zijn, in staat om
voor de gezondheid onschadelijk drinkwater in voldoende mate te
verschaffen.
HOOFDSTUK X.
Levens- en genotmiddelen gebruiksartikelen.
1. Melk. Met instemming der commissie werd door de heeren dr.
C. van Eijk, leeraar aan de koninklijke militaire academie te Breda,
D. J. K. Wetselaar, militair apotheker bij het Oost-Indisch leger, met
verlof te Ginneken, en H. J. H. M. Janzen, gemeente-apotheker te
Breda, met medewerking van het lid der commissie H. Beker, een
onderzoek ingesteld naar de qualiteit der melk en naar den toestand
der melkstallen te Breda.
Het verslag van dit onderzoek, samengesteld door dr. van Eijk
voornoemd werd door de commissie openbaar gemaakt. Als bijlage
II is het aan dit verslag toegevoegd.
Naar aanleiding der resultaten van het onderzoek besloot de com
missie aan burgemeester en wethouders voorstellen te doen tot het
vaststellen eener verordening betreffende de uitoefening van het be
drijf van melkverkooper.
Het ontwerpen eener verordening werd opgedragen aan de leden
Beker en mr. Pels Rijcken en aan den secretaris.