195 De afdeeling Breda en omstreken van de maatschappij tot bevor dering der geneeskunst berichtte aan de commissie, dat zij met bij zondere waardeering had kennis genomen van het hiervoor bedoelde verslag en deelde aan de commissie mede, op welke wijze naar hare meening verbetering der bij de melkverkoopers bestaande toestanden was te verkrijgen. Met de wenken, door bedoelde afdeeling gegeven, zal bij het ont werpen der hiervoor bedoelde verordening rekening worden gehouden. Naar aanleiding eener mededeeling van den keurmeester, dat hij na slachting wegens tuberculose had afgekeurd eene koe, waarvan de melk gedurende een half jaar was verkocht niettegenstaande deze koe aan de Belgische grens was gemerkt met het teeken, aanduidende dat zij tuberculeus was bevonden, besloot de commissie een schrijven te richten tot alle houders van melkkoeien te Breda, waarin deze erop werden gewezen, dat het eene onverantwoordelijke daad is, melk te verkoopen van tuberculeuse koeien, en worden gewaarschuwd, dat in het vervolg, als weer wordt geconstateerd, dat een houder van melkkoeien melk verkoopt van eene koe, waarvan hij weet of weten kan, dat zij tuberculeus is, zijn naam in de plaatselijke bladen zal worden bekend gemaakt, met advies van hem geen melk te koopen. Na de verzending van dit schrijven hadden de voorzitter en het lid Van Keppel een onderhoud met den lieer A. J. Montens, districts veearts te Beteringen, ter bespreking van hetgeen nu verder kon worden gedaan. Daar de heer Montens meende, dat er niet vele aan de Belgische grens met het hiervoor bedoelde teeken gemerkte koeien bij de hou ders van melkkoeien te Breda waren, doch de commissie, afgaande op hetgeen zij vernomen had, vermoedde, dat er wel vele van zulke koeien te Breda waren, besloot de commissie een onderzoek in te stellen. Door de leden dr. Bijnen en baron Van Keppel werden 66 stallen bezochtin 24 daarvan (38°0) waren een of meer koeien met bedoeld teeken gemerkt. Te zamen waren er in de stallen 329 koeien; 40 daarvan (12%) hadden het teeken. Door de meeste houders van melkkoeien, die gemerkte koeien hadden, werd toegezegd deze koelen te zullen wegdoen. Na verloop van enkele maanden zal worden onderzocht, hoevele gemerkte koeien er dan nog zijn. Door den keurmeester werd bericht, dat 3 gemerkte koeien waren geslacht en toen waren gebleken inderdaad tuberculeus te zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 218