204
HOR VEELHEID MELK.
Iii het geheel werden 61 stallen bezocht, alle binnen de grens der
gemeente gelegen, waarin gestald werden 311 koeien, die naar schat
ting ruim 4000 liter melk per dag leveren.
De melk wordt niet tot boter of kaas verwerkt, maar bijna uitslui
tend aan particulieren verkocht.
MELKVATEN.
Voor het meerendeel (pl.m. 881,) wordt de melk in open geëmail
leerde kannen bewaard, in enkele gevallen in open steenen kannen,
bij uitzondering in een gesloten vertinde bus of in een gesloten
koperen kan.
BEWAARPLAATSEN.
In 39 gevallen of bij 64% wordt de melk bewaard in de woon
kamer van den hovenier, in 5 gevallen of bij 8% in de gang der
woning, in 4 gevallen of bij 7% in den stal, in 9 gevallen of bij 15*o
in een appart vertrekje.
De zindelijkheid van de bewaarplaats laat veel te wenschen over.
Slechts in 14 gevallen of bij 23% is deze zindelijk te noemen, in 12
gevallen of bij 20% bepaald onzindelijk.
Wel is een beoordeeling van de zindelijkheid subjectief en is men
bij het zien van veel onzindelijks al spoedig geneigd het minder
onzindelijke als tamelijk gunstig te beschouwen, toch meenden wij
deze beoordeeling al is zij dan misschien te gunstig ter ken
schetsing van den toestand niet achterwege te moeten laten.
QUAL1TEIT DER MELK.
De vele lage cijfers voor het gehalte aan vet en vaste stof geven
geen gunstig beeld van de qualiteit der melk. Neemt men den veel
gestelden eisch aan, dat de melk minstens 3% vet moet bevatten, dan
voldoen slechts 24 of 40'!,.
Zelfs als men zich tevreden stelt met den zeer matigen eisch van
2,85% vet, dan voldoen slechts 28 of 46%, of met den eisch van 2,85%
vet en 11% vaste stof (zie verslagen van den gemeentelijken keurings
dienst te Amsterdam en Rotterdam der laatste jaren), dan voldoen
slechts 26 of 43%.
Of het lage vetgehalte toe te schrijven is aan opzettelijke vermen
ging met water of aan het voeren van pulp e. d. is moeielijk uit te
maken. Dat 40% der stallen melk met 3 of meer proc. vet afleveren,
bewijst dat aan den eisch van 3% te voldoen is.