210 No. 58 is regenwater van denzelfden hovenier, bij wien het pomp water no. 12 genomen is. Uit bovenstaande tabel blijkt, dat van de 61 hoveniers slechts 4 geen gebruik maken van een pomp, maar alleen van de waterleiding. In het geheel zijn 42 hoveniers of 69°/« niet bij de waterleiding aan gesloten, terwijl 57 of ruim 93"/o gebruik maken van pomp of putwater. In 12 gevallen of bij 20°/o werden coli in het water gevonden. Ammoniakvrij is het water in slechts 3 gevallen of bij 5°/o. Sporen ammoniak werden gevonden in 3 gevallen of bij 5°/o. In 27 gevallen of bij ruim 47°/o bedraagt het animoniakgehalte zelfs meer dan 5 m.gr. per liter. Ook het chloorgehalte is bij het meerendeel zeer hoog. minder dan 100 m.gr. Na Cl per liter in 1 geval of 1,8 p.Ct. 100-200 200-3C0 300-400 400-500 meer dan 500 8 „14 15 26,3 14 24,6 4 7 15 26,3 Uit bovenstaande gegevens blijkt, dat voor het grootste deel le. de stallen in geen enkel opzicht voldoen aan de eischen, die gesteld moeten worden voor eene hygiënische behandeling van de melk- 2e. de melk niet voldoet aan matige eischen, gesteld voor vetge halte en vaste stof. 3e. het aantal bacteriën in de melk zeer groot is. 4e. het water, gebruikt als spoelwater en ten deele als drinkwater veel ammoniak, chloor en ook nitrieten bevat, hetgeen in verband met de ligging der pompen wijst op verontreiniging met faecaliënde waarschijnlijkheid hiervan wordt nog verhoogd, doordat in meerdere gevallen coli zijn gevonden. 5e. binnen de grens der gemeente 50 h 60 open mestvaalten liggen. Aan deze feiten nog iets toe te voegen schijnt overbodig. Aan de noodzakelijkheid om maatregelen te nemen tegen de gevaren, die de toestand der stallen voor de volksgezondheid oplevert, laten de feiten geen twijfel. Alleen willen wij nog wijzen op de wenschelijkheid, dat ook in de omliggende gemeenten een onderzoek naar de staltoestanden wordt ingesteld om gegevens te verkrijgen omtrent de melk, die van buiten in Breda wordt ingevoerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 233