BIJLAGE IV, ZIE HOOFDSTUK XII, I.
Breda, 17 April 1905.
Door uwe commissie werd mij opgedragen een en ander mede te
deelen omtrent het resultaat der genomen proeven met „west-rumite"
Gevolg gevende aan deze opdracht heb ik de eer uwe commissie
het volgende mede te deelen
De proef is genomen op den Wiihelminasingel over eene lengte
van pl.m. 7G0 M. met gedeelten van de aangrenzende wegen en
voetpadendeze wegen zijn in hoofdzaak grindbanen, vermengd met
een weinig steenslag.
De beproeving heeft hier plaats gehad met vier besproeiingen,
tweemaal met eene 10 pCt. west-rumite-oplossing en tweemaal met
eene 4 pCt. oplossing, telkens om de drie weken.
Veertien dagen na de besproeiing kon men rekenen, dat de weg
stofvrij blijft, waarna de bovenkant losser wordt en bijgevolg de
stofdeelen ook te voorschijn komen. Voor onze wegen zou dus om
bij droog weder een goed resultaat te verkrijgen, eene besproeiing
om de drie weken gewenscht zijn.
De kosten van „west-rumite" worden berekend op f 1,50 per pet.
per 1000 M2.
Stel nu dat in een geheel jaar, door elkander gerekend, tien maal
wordt gewestrumiteerd, met een totaal aan procenten van 50, dan
zijn de kosten per 1000 M2. 50 X 1>50 S'd 75 gld.
Hierbij moet dan nog worden gerekend aan arbeidsloon en water
verbruik ongeveer 5 gld., zoodat de kosten per 1000 M2. dan op f80
komen.
Onze gemeente bezit alleen aan grindwegen, de voetpaden niet
medegerekend, een oppervlakte van pl.m. 78000 M2. en dit gerekend
tegen f80,— per 1000 M2. zou dit een jaarlijksche uitgave vorderen
van f6240,—.
Wil men zich alleen bepalen tot de zomermaanden, dan kon wor
den volstaan met 7 besproeiingen met een totaal aan procenten van
35; dan zouden de kosten bedragen (35 X 1,30) 5] 78 f 4485.