266 Bij elke aanvrage tot plaatsing van een muntgasmeter met toebe- hooren wordt door den aanvrager eene waarborgsom van twee gul den vijftig cent bij de directie der gasfabriek gestort, welke hem of zijnen rechtverkrijgenden, mits de aanvrage daartoe binnen een maand geschiede, na het beëindigen van het gebruik van den muntgasmeter door verhuizing of om andere reden, geheel of gedeeltelijk wordt terugbetaald naar gelang van den toestand van meter, leiding en verdere toestellen enz., ter beoordeeling van den directeur. Indien tijdens het gebruik van den muntgasmeter de waarborgsom om de eene of andere reden wordt aangesproken, zal de gasverbruiker ge houden zijn, op de eerste aanmaning van den directeur, die som weder aan te vullen tot een bedrag van f 2,50. De aanvrager ontvangt in bruikleen aanleg en gasleiding in het door hem bewoonde perceel, de binnenleiding ter lengte van ten hoogste 20 meter; voorts een arm-en twee harplampen,°twee komforen en gasslang met bijlevering voor eenmaal, voor elke lamp, van een kousje en een glas, een en ander ter beslissing van den directeur. De aanvrager is verplicht bij verhuizing, of wanneer geen gas levering meer wordt verlangd, daarvan minstens zeven dagen te voren kennis te geven ten kantore van de gemeente-gasfabriek. Bij niet-nakoming dezer bepaling verbeurt hij alle aanspraak op latere gaslevering. De prijs van het gas, verbruikt over een muntgasmeter, is een en een halve cent per M3. hooger dan de prijs van het gas, verbruikt over gewone gasmeters. De muntstukken, te werpen in de sleuf van den muntgasmeter, moeten zijn gave 21/s-centstukken. Meer dan 12 dezer geldstukken mogen niet tegelijk achter elkander in de sleuf worden geworpen. Wanneer bij de opname van den meterstand blijkt, dat het getal verbruikte meters gas niet overeenkomt met het aantal in den meter aanwezige 21/2-centstukken, wordt de aanwijzing van het gasverbruik als juist aangenomen en is de verbruiker verplicht onmiddellijk volgens die aanwijzing te betalen. De muntgasverbruiker, wiens gasverbruik per jaar beneden 240 M3. is gebleven moet voor het ontbrekende aantal M3. één cent per M3. vergoeden. De directeur der gasfabriek en zij, die daartoe door hem zijn ge machtigd, hebben het recht van toegang tusschen zons- op- en ondergang tot al de toestellen vanwege de gasfabriek verstrekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 289