319
VIERSLAG van de commissie tot wering van
schoolverzuim in de gemeente Breda, over
het jaar 1905.
In verband met het bepaalde bij art. 9 van het koninklijk besluit
van 16 November 1900 Staatsblad no. 200), hebben wij de eer uwen
raad hierbij aan te bieden het verslag van de werkzaamheden onzer
commissie over hel jaar 1905.
In de samenstelling der commissie kwam gedurende het afgeloopen
jaar geene verandering.
De heer P. van der Linden, die aan de beurt van aftreding was,
werd bij uw besluit van 9 December 1905 opnieuw benoemd tot lid
onzer commissie voor den gewonen tijd van zitting.
In onze vergadering van 4 Januari 1905 werden de heeren A. F.
Smits en A. J. van Son wederom voor den tijd van één jaar, respec
tievelijk tot voorzitter en secretaris onzer commissie, aangewezen.
De commissie is alzoo samengesteld uit de heeren
A. F. Smits, voorzitter.
C. J. van Gooi,
J. K. de Bie,
J. P. A. J. Rosu,
P. van der Linden,
J. Seegelaar en
A. J. van Son, secretaris.
De vergaderingen der commissie worden geregeld om de 14 dagen
gehouden ten gemeentehuize, tenzij geene onderwerpen te behandelen
zijn.
In 1905 bedroeg het aantal vergaderingen 23, zijnde gelijk aan het
getal vergaderingen, in 1904 gehouden.
Wegens het niet doen verstrekken van lager onderwijs aan kinde
ren, die in den leerplichtigen leeftijd vielen, werden in het afgeloopen
jaar 12 aansprakelijke personen voor onze commissie opgeroepen.
Uit een ingesteld onderzoek in de gehouden besprekingen met de
betrokken ouders is ons dienaangaande het volgende gebleken
3 kinderen waren reeds op school geplaatst;
4 kinderen waren naar elders vertrokken;
4 kinderen, die met hunne ouders in woonwagens verblijven, waren
tijdelijk afwezig, terwijl
1 kind eene Belgische kostschool bezocht.