320 In verband hiermede bleven wij derhalve verschoond van de ver plichting om kinderen, die nog in den leerplichtigen leeftijd vallen, ambtshalve als leerling eener lagere school te doen inschrijven. Hierdoor is echter allerminst bewezen, dat alle kinderen in de gemeente, op wie de bepalingen der leerplichtwet toepasselijk zijn. ook werkelijk eene lagere school bezoeken, zooals trouwens hierna duidelijk blijken zal. Tal van kinderen hebben de school reeds voor goed verlaten, of schoon zij nog niet aan de bepalingen der leerplichtwet hebben vol daan. Deze worden echter gerangschikt onder de relatieve schoolverzui men, omdat zij in de schoolregisters als leerling blijven ingeschre ven, totdat zij buiten de bepalingen der leerplichtwet vallen. De hoofden der openbare scholen zijn niet bevoegd, de kinderen, die nog niet aan de leerplichtwet voldaan hebben, als leerling hun ner school af te schrijven, tenzij hun gebleken is, dat zij op eene andere school geplaatst zijn. Voor de hoofden der bijzondere scholen bestaat eene zoodanige wettelijke verplichting niet. Evenwel hebben die hoofden, op dezerzijdsch verzoek, zich wel willend bereid verklaard geene leerlingen van hunne scholen af te schrijven, die nog onder de bepalingen der leerplichtwet vallen, wan neer die leerlingen de school verlaten hebben, blijkbaar met de be doeling om verder geen onderwijs meer te ontvangen. Het instellen eener strafvervolging kan hierdoor vlugger geschieden, dan wanneer die kinderen onder de absolute schoolverzuimers werden gerangschikt. Ten einde te worden gehoord over het ongeregeld schoolbezoek hunner kinderen, werden in het afgeloopen jaar 221 personen voor onze commissie opgeroepen, tegen 213 in 1904. Aan die oproeping werd gevolg gegeven door de aansprakelijke personen voor 81 leerlingen. Bij de behandeling dier zaken bleek ons, dat 5 kinderen niet meer leerplichtig waren en dat van 3 anderen het verzuim als geoorloofd kon worden aangemerkt, n.l. 2, die wegens ziekte hadden moeten verzuimen en 1, op grond van verleend verlof. De overigen ontvingen de bij de wet voorgeschreven waarschu wing, terwijl aan hen, die niet ter vergadering verschenen, de ver- eischte waarschuwing schriftelijk werd toegezonden. Evenals in vorige jaren troffen wij onder de opgeroepenen weder om verschillende recidivisten aan, van wier kinderen het schoolbezoek zeer ongeregeld bleef.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 343