321 Ten einde te kunnen nagaan, in hoever de door onze commissie gedane waarschuwingen op het verder schoolbezoek der kinderen al of niet van merkbaren invloed zijn geweest, hebben wij ons wederom gewend tot de hoofden der verschillende openbare en bij zondere scholen in deze gemeente. Met de meeste welwillendheid werden ons de verlangde inlich tingen verstrekt, waarvoor wij aan die hoofden gaarne openlijk onzen dank betuigen. De resultaten van dit onderzoek geven nog allerminst redenen tot tevredenheid, zooals uit het volgende overzicht blijken zal. Van 72 leerlingen, voor wie de aansprakelijke personen in 1905 voor onze commissie zijn opgeroepen geweest, kan het schoolbezoek thans geregeld genoemd worden, van 40 leerlingen werd dit vrij ge regeld. Ongeregeld bleef het schoolbezoek van 44 leerlingen, 23 hadden de school reeds voor goed verlaten, 9 vertrokken naar elders, 7 hadden plaatsing gezocht op eene andere school, terwijl de aan sprakelijke personen voor niet minder dan 18 leerlingen in den loop des jaars twee- of meermalen voor onze commissie waren opgeroepen. Deze 18 leerlingen moeten alzoo nog gevoegd worden bij hen, van wie het schoolbezoek ongeregeld bleef, of die de school reeds voor goed verlaten hadden, vóórdat door hen aan de bepalingen der leer plichtwet was voldaan. Reeds in vroegere jaarverslagen hebben wij er de bijzondere aan dacht op gevestigd, dat een der grootste nadeelen, waardoor de leerplichtwet haar doel mist, vooral gelegen is in het te vroegtijdig van school nemen van kinderen, die nog onder de leerverplichting vallen. Wat aanvankelijk uitzondering was, begint langzamerhand regel te worden. Het behoort niet meer tot de zeldzaamheden, dat kinderen, zoodra zij 13 jaar oud geworden zijn, de school reeds voor goed verlaten, al eindigt de leerverplichting voor hen eerst enkele maanden later. Anderen verlaten de school reeds op 12 jarigen leeftijd, soms nog vroeger, zoodat ons gevallen bekend zijn, dat kinderen reeds op fa brieken werken, die nog meer dan een jaar, een enkele zelfs nog twee jaar, leerplichtig zijn. Voor dezulken baat de leerplichtwet niet. De veroordeeling zoo die al plaats heeft volgt gewoonlijk eerst enkele maanden, nadat het verzuim is aangevangen. Aangezien de verdiensten der kinderen ruimschoots opwegen tegen 21

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 344