384
kanten van de Nederduitsch Hervormde gemeente geeft het onderwijs
op Dinsdagmorgen in het schoolgebouw.
In het geheel ontvangen ruim honderd en dertig leerlingen der
school godsdienstonderwijs op de bovengenoemde uren. Hierbij dient
opgemerkt, dat een deel der niet-Katholieke leer'ingen (o.a. de vrou
welijke en zij, die het onderwijs van den Doopsgezinden predikant
uit Dordrecht en van den Waalschen predikant volgen) op andere
uren godsdienstonderwijs hebben, terwijl verscheidene leerlingen der
hoogere klassen reeds als lidmaat tot een Hervormd kerkgenootschap
behooren, en verscheidene leerlingen der lagere klassen eerst op
lateren leeftijd met het godsdienstonderwijs aanvangen.
Tot het reservekader behoort thans geen enkel leerling der school
meer. Aan de oefeningen der wcerbaarhcidsvereeeniging „Koningin
Wilhelmina" namen vóór de vacantie vier en twintig leerlingen deel
en na de vacantie een en dertig leerlingen. Van de leden-leerlingen
der vereeniging, die in 1905 moesten loten, namen er acht deel aan
het examen voor vier-maanderde overigen lootten vrij of werden
afgekeurd. De acht leerlingen slaagden allenhierbij waren vijf leer
lingen en oud-leerlingen der hoogere burgerschool, één oud-leerling
der burgeravondschool en twee oud-leerlingen der departementale
school.
Het bestuur der vereeniging bleef onveranderd en bestond dus in
December 1905 uit den rector van het gymnasium (voorzitter), den
directeur der hoogere burgerschool (secretaris), den directeur der
nutsschool (penningmeester) en de militaire commissarissen, de kapi
tein van de landweer W. H. J. Feber, gepensionneerd kapitein der
infanterie en J. H. H. Dommers, gepensionneerd kapitein der infan
terie O. I.
De militaire commissarissen werden in hunne omvangrijke bemoei
ingen ter zijde gestaan door eene commissie van bijstand, bestaande
uit drie oud-leerlingen der hoogere burgerschool, de tweede-luite
nants der infanterie A. R. van den Bent, G. J. Vis en S. E. van
Nooten, die met de heeren Feber en Dommers regelmatig toezicht
hielden op de oefeningen. Na December 1905 trad als vierde lid der
commissie van bijstand op de 2e luitenant der infanterie L. H. Kraak.
Dank zij de medewerking van genoemde heeren beantwoordt de
vereeniging geheel aan haar doel. Aan het einde van het verslag,
de hoogere burgerschool betreffende, geven wij eene aanvulling van
tabel XII der jaren 1903 en 1904.