396 Bij koninklijk besluit van den 10. Juni 1903, no. 36, is aan de gemeente Breda nader tot 1 September 1906 vrijstelling verleend van de verplichting tot het oprichten eener burgerdagschool. De commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs alhier was op ultimo December 1905 samengesteld uit de volgende heeren E. H. A. Quljé, voorzitter. jhr. mr. G. Six, lid en secretaris. G. A. M. Groeneveldt. A. J. A. Verschraage. A. J. M. Stoffels. Bij raadsbesluit van 23 December 1905, werd de heer G. A. M. Groeneveldt, die einde December, volgens den rooster, aan de beurt van aftreding was, opnieuw benoemd voor den gewonen tijd van zitting. C. Teekenschoot. De toestand van de stads-teekenschool alhier in het afgeloopen jaar, welke school gevestigd is in de lokalen van de ambachtsschool, wordt medegedeeld in het van de betrokken commissie ontvangen verslag, dat wij te dezer plaatse laten volgen VERSLAG van de commissie van beheer omtrent den toestand van de gemeente- lijke=teekenschool (cursus 1904—1905). Aan den raad der gemeente Breda. De commissie van beheer van genoemde inrichting heeft de eer U op uw verzoek het jaarlijksche verslag te doen toekomen. Als naar gewoonte zijn hieraan verschillende staten toegevoegd, omtrent ou derdom, beroep en woonplaats, benevens den uitslag der prijsdin- ging over den cursus 1904— 1G05 en de bekroning der prijsteekeningen vervaardigd in de maand Maart 1906. Het toelatingsexamen van nieuwe leerlingen, dat ieder jaar in de maand September wordt gehouden, had ook dit jaar plaats. Tachtig jongelieden werden aangenomen en een en tachtig afgewezen wegens onvoldoende bekwaamheid; het geheel aantal leerlingen bedroeg in de maand October bij het begin van den cursus 19051906 het cijfer 494. Vóór dat de nieuwe cursus een aanvang nam, werd aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 419