397 de heeren van Dongen en M. Harthoorn op hun verzoek door den gemeenteraad eervol ontslag verleend uit hunne betrekking als leeraren aan de gemeentelijke-teekenschool, ingaande den eersten October 1905 ter hunner vervanging werd evenwei door de commissie van beheer geene oproeping gedaan, aangezien door opschuiving van het leeraren- personeel in deze vacatures kon worden voorzien. De heer Harte werd tot hoofdleeraar der bouwkundige vakken aangesteld; bovendien werd het personeel der bouwkunde vermeer derd met de benoeming van den assistent onderwijzer Kooien tot leeraar, in wiens plaats als assistent werd aangesteld de heer F. de Zwart, opzichter bij de gemeentewerken. Ter vervanging van den heer M. Harthoorn, werd de assistent onderwijzer P. van Gils tot leeraar benoemd, in wiens plaats als assistent werd aangesteld de heer C. Booij, oud-leerling der school. Het leerplan werd gedeeltelijk gewijzigd. Met „het ontwerpen" van vlak ornament naar planten of andere natuurvoortbrengselen door leerlingen, van wie het grootste aantal nog niet in staat is de teekenstift behoorlijk te haniceren, werd ge broken; het teekenen naar gipsafgietsels en stillevens kwam hiervoor in de plaats, als bevattende meer leerstof tot oefening. Ook voor de hoogste klasse „handteekenen" werd van „het ont werpen" afgezien; deze kunst, waarvoor het vermogen van samen stellen een der voornaamste eischen is en slechts door zeer veel oefening en ondervinding kan worden ontwikkeld, behoort volgens oordeel der commissie niet te huis bij een inrichting welke zich hoofdzakelijk ten doel stelt, den leerling in dien zin onderwijs te verschaffen, dat hij later als werkman voor de praktijk in het dage- lijksch werk bruikbaar is; den leerling een schets te doen verstaan van zijn patroon, zoodanig, dat hij op diens bedoelingen kan ingaan is hetgeen de school beoogt. De weinige tijd hiervoor echter be schikbaar maakt het vrij moeilijk hem in dien geest voldoende te bekwamen; slechts hoogstens zes uur per week, gedurende zes maanden, ontvangt hij teekenles, een tijd véél te kort om het hier boven beschreven doel geheel te kunnen bereiken; een vermeerdering van lesuren ware daarom ten hoogste wenschelijk. Ook bij het „bouwkundig teekenen" is in verband met bovenstaande met „het ontwerpen" gebroken; hierdoor kan meer uitbreiding gege ven worden aan het „vakteekenen en constructie teekenen." Het „prijsteekenen" heeft zich bij den cursus 1905/1906 slechts bepaald tot de hoogste klassen, bij de lagere werd dit opgeheven, omreden de leerlingen hierdoor gedurende vier a vijf weken het on-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 420