410
De toestand van de ambachtsschool in 1905 wordt omschreven in
het volgend
VERSLAG van de commissie voor de
ambachtsschool (Legaat dr. Van Cooth)
over het jaar 1905.
Aan den raad der gemeente Breda.
Wij hebben de eer, ingevolge uwe missive van 4 Januari j.l., U het
verslag aan te bieden over het afgeloopen jaar.
Het is het twintigste sedert het oprichten der school en het is ons
aangenaam, den bloei en vooruitgang der aan onze zorgen toever
trouwde inrichting bij vernieuwing te kunnen constateeren.
Van de commissie.
In de samenstelling der commissie kwam dit jaar geenë verande
ring. De heer Nusselein, die aan de beurt van aftreding was, zag op
onze voordracht, bij besluit van uwen raad van 23 December zijn
mandaat hernieuwd. Wij hopen dat de heer Nusselein nog vele jaren
zijne krachten aan de school moge wijden en zijne taak met lust
en ijver blijven vervullen. De commissie bestaat uit de heeren
E. H. A. GULJÉ, voorzitter
L. H. NUSSELEIN,
J. LIJDSMAN,
J. A. J. W. VAN HAL,
F. W. LOYENS,
W. J. SLECHTR1EM,
P. OTTEN,
J. J. HARTE, secretaris.
Als naar gewoonte, bezoeken maandelijks twee leden de school en
vinden op de maandelijksche vergadering gelegenheid, verslag over
den gang van het onderwijs uit te brengen.
Dat deze voortdurende kennismaking met de school den bloei van
ons onderwijs bevordert is ons in het algeloopen jaar opnieuw
gebleken.
leden.