431
Het bestuur bleef onveranderd zijne functiën waarnemen.
De heer J. A. J. W. van Hal, die aan de beurt van aftreden was op
31 December 1905, werd in de algemeene leden-vergadering van
15 April 1905 met algemeene stemmen herkozen, om aan het gemeen
tebestuur ter herbenoeming te worden voorgedragen, waaraan later
ook werd voldaan.
Het ledental verminderde wegens bedanken van 3 leden en wegens
vertrek van 3 leden, terwijl een nieuw lid aangenomen werd. Het
ledental bedraagt thans nog 47.
Het museum mocht zich in dit jaar weder verheugen in de belang
stelling van velen.
Talrijke geschenken kwamen in, die in onze verzamelingen werden
geplaatst en waarvan maandelijks eene beknopte opgave in de hier
verschijnende dagbladen gedaan werd.
Dat niet al die voorwerpen even belangrijk zijn spreekt als van
zelve, doch vele ervan zijn of uit historisch óf uit een wetenschap
pelijk oogpunt van belang of vertegenwoordigen in een of ander
opzicht eene uiting van kunst en zijn als zoodanig zeer beziens
waardig.
Ook langs dezen weg brengen wij nogmaals onzen dank aan de
schenkers of aan hen, die ons op andere wijze steunden.
Zoo schonk ons een onzer leden een paar mooie lijsten voor een
paar portretten van vroegere burgemeesters dezer stad, en van
dezelfde serie portretten werden een zestal gratis voor ons gerestau
reerd door tusschenkomst van den heer hoofddirecteur van het Rijks
museum, die daarmede tevens zijne belangstelling toonde voor onze
verzamelingen.
Indien ons de middelen niet al te zeer ontbreken dan zal deze
serie van XVI eeuwsche portretten welhaast in orde gebracht en
voor ondergang behoed zijn.
Zoowel uit historisch oogpunt als om de reëele waarde verdient
in het bijzonder nog vermelding het in den aanvang des jaars aan
het museum door mevr. de wed. K. Q. Oukoop geschonken zilveren
tabakskistje en dito comfoor, waarvan de nadere bijzonderheden
vermeld zijn in het jaarverslag van den archivaris dezer gemeente
over 1904.
Uit eigen middelen werd door ons aangeschaft een standaard met
ramen voor plaatwerken, waardoor het mogelijk geworden is gelijk
tijdig een groot aantal plaat- of prentwerken gedurende eenigen tijd
achtereen ter bezichtiging te stellen, zonder dat deze gevaar loopen
daardoor iets te lijden.