455 Het staatje der gemaakte verplegingskosten in de verschillende ziekeninrichtingen doet zien, dat liet aantal verpleegdagen 2715 hoo- ger is dan in 1904, en de verplegingskosten die van datzelfde jaar niet f 1012,18 overtreffen. Dit in verband gebracht met het grooter aantal afgegeven bewijzen voor geneesmiddelen 1026 meer dan in 1904 ten behoeve van de ten hunnent verpleegd zijnde zieken, doet blijken, dat de gezondheidstoestand in het afgeloopen jaar min der gunstig was dan in het daaraan voorafgaande. Behoudens eene mindere uitgaaf van f 65,— voor verleende ver loskundige hulp en de hierboven genoemde meerdere verplegings kosten in ziekeninrichtingen, komen de uitgaven, betrekking hebbende op de uitoefening van armenverzorging als maatregel van politie te zamen genomen vrijwel overeen met die van 1904. Wat de gewone armenverzorging, omschreven in liet tweede gedeelte van dit verslag, betreft,"kunnen wij mededeelen, dat in het aantal bedeelden geen noemenswaardige verandering is gekomen en het daaraan uitgegevene aan geld en brood slechts f 50,84 hooger is dan in 1904, terwijl daarentegen aan kleeding, ligging en dekking stukken f 75,95f> minder is uitgegeven. Op 31 December 1905 was het aantal der door onze administratie bestede personen 3 mannen en 6 vrouwen hooger dan bij den aan vang van dat jaar. Het is ons aangenaam, in navolging van voorgaande jaren, in dit verslag weder te kunnen mededeelen, dat de sedert 1897 daags voor het Kerstfeest gehouden bedceling voor rekening van een weldoener, die onbekend wenscht te blijven, ook in het afgeloopen jaar weder heeft plaats gehad. Deze bedeeling, bestaande uit brood, spek en steenkolen, kwam den weldoener te staan op eene uitgaaf van f225,—. Alvorens dit verslag te eindigen, achten wij het ons ten plicht dank te brengen voor den steun van gemeentewege ondervonden bij de uitoefening onzer taak en bevelen wij vol vertrouwen de burgerlijke armenverzorging aan in de welwillende belangstelling van uwen raad. Breda, 5 Februari 1906. Het burgerlijk armbestuur W. 1NGENHOUSZ, voorzitter. A. P. DE GROOT, rentmeester.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 478