56
spoedig doenlijk te openen tot doorlating van stoombooten en vaar
tuigen, telkens wanneer hem dit door of vanwege belanghebbenden
wordt gevraagd en het tramverkeer over die brug dit toelaat.
Dit adres werd ten zeerste ondersteund door den heer Staal, die
echter tevens erop wees, dat het eene zaak gold, welke geheel bij
burgemeester en wethouders thuis behoorde.
De besprekingen bepaalden zich tot die tusschen den heer Staal
en den voorzitter.
Ten slotte werd besloten, het adres ter afdoening te stellen in
handen van burgemeester en wethouders, die het zij hier bijge
voegd, na veelzijdig onderzoek, met het doen openen en sluiten
der bruggen zoovèr gegaan zijn, als met het oog op spoorbrug,
werkvolk, tramverkeer,- enz. mogelijk was.
4 MAART.
XI. Met het oog op de naderende voltooiing van de kerk aan den
vaststelling Weerijssingel en de daarmede in verband staande plaatsing van een
rooilijn "voor6 'jzeren afsluithek rond het terrein, legden wij aan uwe vergadering,
den weerijssin-ter vaststelling, over het volgende ontwerp-besluit
„De raad der gemeente Breda
„Gelet op de desbetreffende voordracht van burgemeester en wet
houders
„Mede gelet op art. 13 van de verordening regelende de bouw-
„politie in de gemeente Breda, vastgesteld bij raadsbesluit van 2
„Maart 1895 en gewijzigd bij raadsbesluiten van 2 November 1895
„en 10 December 1898;
„Overwegende, dat het in 't belang zoowel van de openbare
„volksgezondheid als van het veilig verkeer op de openbare wegeti
„wenschelijk is, dat eene nieuwe rooilijn voor den Weerijssingel
„worde vastgesteld;
„Besluit
„op grond van art. 13 der bovengenoemde verordening de rooilijn
„voor den Weerijssingel, vanaf de brug tusschen den Nieuwe-Haag-
„dijk en den Haagweg tot aan de rivier de Aa of Weerijs te bepalen
„op zestien meter'breedte, gemeten uit den bovenboord der Singel-
bracht aldaar met eene kleine verbreeding aan de zijde van den
Haagweg."
Na eene korte bespreking van dit onderwerp door den heer Van
Mierlo en den voorzitter, werd bedoeld ontwerp-besluit goedge
keurd.
