TER HERINNERING. VII „Nauwelijks was het heuglijke bericht ontvangen, dat Uwe Majes teit Breda zoude bezoeken, of allerzijds trad de blijde herinnering „naar voren, dat Breda op Dinsdag 25 September 1894 de hooge „eer mocht te beurt vallen Uwe Majesteit aan de zijde van Uwe „beminde Koninlijke Moeder te begroeten. „Die vereerende begroeting, Majesteit, geschiedde te dezer zelfde „plaatse en ook aan mij was de hooge eer opgedragen Uwe Majesteit „te mogen toespreken. „Bijna elf jaren zijn sinds voorbijgegaan en binnen die spanne „tijds zagen wij Uwe Majesteit eene vorstelijke Echtverbintenis aan- „gaan. Gejuicht heeft Breda met het geheele Nederlandsche volk bij „die zoo allergewichtigste gebeurtenis en eene bede is opgegaan „voor Uwer Majesteit's geluk en welzijn. „Merkwaardig is deze dag voor het Koninklijk Huis, voor Land en „Volk, bijzonder voor de baronie van Breda. „Vijf volie eeuwen is thans de baronie van Breda met het vorste lijk Huis van Oranje-Nassau verbonden; vijf volle eeuwen zijn „getuigen van de onafgebroken liefde en trouw van de baronie- bevolking jegens Uwer Majesteits beroemd Vorstenhuis. „Die liefde en die trouw wonen onwrikbaar in aller harten en „spreken thans zichtbaar door het heden onthulde gedenkteeken. „Gelieft, geëerbiedigde Majesteit en Koninklijke Prins, nogmaals „den dank van de gemeente Breda voor Uw hoogstvereerend bezoek „te aanvaarden, en weest overtuigd, dat Uw geluk haar steeds zeer „ter harte gaat, en dat hier immer met eerbiedige geestdrift de kreet „zal worden gehoord, evenals ik dien thans aan het einde mijner „uit eerbied voor Uwe Majesteit gehouden korte toespraak vrijmoedig „aanhef „Leve onze Koningin 1 „Leve de Koninklijke Prins! „Leve de Koninklijke Moeder 1" Hare Majesteit beantwoordde deze toespraak in de volgende har telijke bewoordingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1905 | | pagina 7