66
16 Februari.
X. Door de commissie, belast met de regeling van een wedstrijd
ïTehonden van P^tiëhonden, te houden in deze gemeente, werd eene bijdrage
verzocht in de te maken kosten en tevens om een bevoegd ambtenaar
te zenden, die van zijne bevinding aan den raad verslag zou kunnen
uitbrengen.
Principieel werd het verzoek niet bestreden. Overwogen werd het
bedrag der bijdrage, dat door den voorzitter werd voorgesteld op
f 50,en door den heer Reigersman op f 100,
Zonder hoofdelijke stemming werd laatstgenoemd voorstel aange
nomen.
Bij de beraadslagingen bleek, dat de heer Jacoby meende, dat
het aanschaffen van politiehonden het middel zou kunnen zijn, om
't personeel te beperken en dit beter te salarieeren, terwijl de heer
Van Keppel van oordeel was, dat het uitbrengen van verslag aan
den raad niet door den gemeente-ambtenaar, mede onderteekenaar
van het adres, moest geschieden.
16 Februari.
XI. In bovengenoemde vergadering werd gelezen een schrijven van
Vergoeding aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant, houdende toezending
bezoldigde perso- t> r 7
non bij de schut- Van een brief van den minister van binnenlandsche zaken betrek-
terij na hare op-
beiiing. kelijk het toekennen van geldelijke vergoedingen aan bezoldigde
Z[ xxxvTn xc!' personen bij de schutterij, die, als gevolg van het bepaalde in hoofd
stuk V der landweerwet, hunne schutterlijke betrekking hebben
verloren of zullen verliezen.
Dit schrijven om prae-advies in onze handen gesteld zijnde, herin
nerden wij U in uwe vergadering van 9 Maart 1907 aan uw besluit
van 13 Januari 1906, no. 13, waarbij de bezoldigde leden dei-
schutterij in het volle genot hunner bezoldiging werden gelaten tot
2 Augustus 1007den dag, waarop de schutterijen zouden zijn
opgeheven.
Na verdere beschouwingen gaven wij U in overweging, aan gede
puteerde staten te antwoorden, dat het voornemen bestond, na 1
Augustus '1907 de volle bezoldiging gedurende twee jaren en vervol
gens 2 3 dier bezoldiging gedurende de daaropvolgende twee jaren
enkel toe te kennen aan