76 9 Maart. XXX. Het ter zijde genoemd onderwerp werd ter sprake gebracht door interpellatie o. a. den heer Vissers, die wenschte, dat bedoelde honden zouden worden over onbeheerd ïosioopende opgeruimd. schurftig honden. j^a bespreking var) dit punt zegde, ten slotte, de voorzitter, dat hij gaarne overwegen zou, wat hiertegen gedaan kon worden. Verschillende dier honden werden nadien door de politie van de straat verwijderd. 23 Maart. XXXI. Volgens bericht van de gezondheidscommissie voor deze gemeente Onbewoonbaar- Vvaren ter bewoning ongeschikt en niet door het aanbrengen van verklaring van woningen. verbeteringen in bewoonbaren staat te brengen 1°. de woning, gelegen aan de Rozemarijnstraat, plaatselijk ge nummerd 22 en 2\ de woning, gelegen aan de Rozemarijnstraat, plaatselijk ge nummerd 24 met advies, bedoelde woningen onbewoonbaar te verklaren. Het geval was alzoo aanwezig, bedoeld bij art. 18 punt 1 der woningwet. Diensvolgens gaven wij U in overweging, de voorbedoelde woningen onbewoonbaar te verklaren, met bepaling van den tijd binnen welken zij moesten ontruimd zijn op drie maandenwaartoe door U besloten werd. 23 Maart. XXXII. Ter zake i. m. vermeld, richtten wij tot U het volgend schrijven Mak™ open plein, sjn uwe vergadering van 19 Januari 1907 werd behandeld het met behoud van beplanting, op sdoor ons gegeven prae-advies op het adres van k. Jonkers e.a. Stationsplein. Zie ook no vi. »betrekkelijk een voetpad door een der perken. sDaaruit sproot voort een voorstel van den heer Slechtriem, om »het gazon ter plaatse geheel weg te nemen, het perk open te laten liggen en dit met kiezel te bestrooien. «Besloten werd toen, ten deze het gevoelen in te winnen van den «gemeente-opzichter der beplantingen, waaraan door ons voldaan is. «Deze geeft zooals blijkt uit diens hierbij overgelegd schrijven «met teekening in overweging, het gazon en de afrastering weg »te nemen en tot open plein te maken, met dien verstande, dat de «beplanting ten oosten van de bewuste square behouden blijft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 123