77
»Wij kunnen ons met dit voorstel vereenigen en hebben thans
»de eer dit mede aan uw oordeel te onderwerpen".
Zonder bedenking werd bedoeld voorstel door U goedgekeurd.
23 Maart.
XXXIII. In uwe bovengenoemde vergadering kwam het verzoek in van
Voorschot aan c]e commissie van bestuur van het pensioenfonds voor gemeente-
pensioenfonds en r
te-kort over 1906. ambtenaren en hunne weduwen en weezen, om, ter voorziening in
kasgeld, burgemeester en wethouders te willen machtigen tot het
verstrekken van een voorschot uit de gemeentekas ten bedrage van
f2600,—.
Zonder bedenking werd de gevraagde machtiging verleend.
In uwe vergadering van 4 Mei 1907 (zie raadsnotulen blz. 174)
bleek, dat het te-kort over 1906 was f 1399,97®, welke som door
de gemeente moest worden bijgepast.
Dit gaf aanleiding tot de opmerking van den heer Rombouts,
dat het te-kort op den duur zou kunnen leiden tot verhooging van
de pensioensbijdragen door belanghebbenden.
13 April.
XXXIV. In het eerste ter zijde genoemd adres werd gevraagd, de ver-
Werkiwdm. schillende adressen, die zijn ingezonden ter verbetering van de
Bond "anNeder" arbeidsvoorwaarden der gemeente-werklieden, spoedig in behande-
landsche gemeen-1
lo-werkiieden. ling te nemen
Adres van de r.k. in het tweede, om den bestaanden loonstandaard voor de gemeente-
gemeenlo werk-
lieden-vereeniging werklieden te herzien, een algemeen werkliedenreglement vast te
aiïliér! a"r'""us' stellen, jaarlijks eenige verlofdagen toe te staan en de uitbetaling
der loonen op Zaterdag, in plaats van op Dinsdag te doen ge
schieden.
De heeren Vissers en Jacoby drongen aan op spoed, welke de
voorzitter toezegde, dat zou betracht worden.
(Zie terug no. XXI.)
13 April.
XXXV. Het verzoek ter zijde genoemd gaf aanleiding tot de opmerking,
brstuu°rCk ïan het (^at vorig jaar was gezegd, dat de beker voor vijf jaar zou gelden
Concourshippique, en eerst het vijfde jaar kon gewonnen worden,
om ook voor 1907 t,,
•De Beker Van Dat is juist antwoordde de heer mr. Bloemarts maar er
«■uiueioen ileeft een m;sverstand bestaan, waarvan de aanvragers niet de schuld