108
„Met deze bepaling voor oogen en waar bedenkingen, on
zerzijds, tegen het verzoek niet bestaan, hebben wij de
„eer U in overweging te geven, de gevraagde overdracht
„goed te keuren."
Tegen dit voorstel werden uwerzijds geen bedenkingen ingebracht.
23 November.
LXXXV. Het ter zijde bedoelde verzoek geschiedde door drie instructeurs
Verzoek om tege-en zes tamboers van de opgeheven schutterij. Zij wenschten eene
moetkoming door 10
vroeger bezoldig- tegemoetkoming op denzelfden voet als voor Bongers was vastge-
heven schutterij. Steld.
Dit adres in onze handen gesteld zijnde om prae-advies, gaven
wij U in uwe vergadering van 21 December 1907 in overweging,
aan alle bovengenoemde personen als gratificatie toe te kennen de
helft van de door hen vroeger genoten bezoldiging, in te gaan met
den dag waarop ze laatstelijk die bezoldiging genoten hadden, en
dit onder de volgende bepalingen
a. dat bedoelde gratificatie geheel persoonlijk is en niet langer
wordt toegekend dan gedurende de eerstvolgende vier jaren
b. dat zij ophoudt zoodra vanwege het rijk eenige tegemoet
koming zal plaats hebben, of wel wanneer eene bezoldigde
openbare betrekking mocht verkregen worden.
Dienovereenkomstig werd door U zonder eenige bedenking besloten.
23 November.
LXXXVI. Door L. A. Hirdes
Verzoek van L. a_ v00r z[ch in privé, en
A. Hirdes betrek-
keiyk overdracht b. in hoedanigheid van directeur van de naamlooze vennoot-
van rechten, enz.
schap Maatschappij Boeimeer tot exploitatie van onroerende cjoede-
ren", gevestigd te Bredaen als zoodanig deze naamlooze vennoot
schap vertegenwoordigende,
werd verzocht, te besluiten, dat alle rechten en verplichtingen
uit de gemeenteraadsbesluiten van 9 December '1905 en 16 Februari
1907 voortspruitende, worden beschouwd te zijn overgedragen aan
voornoemde maatschappij, als wanneer deze de bedoelde over
dracht als contractant bij akte zal aannemen.
Dit adres werd in onze handen gesteld om prae-advies, dat wij
in '1907 niet meer in de gelegenheid waren U aan te bieden.
Voort te zetten in verslag 1908.